Succes bij hoger beroep OAWM tegen DNB

Blog door Pjotr van Tilburg van OAWM

Toen het initiatief werd genomen om de OAWM op te richten, besteedde Jan Aikens op ‘zijn’ findinet uitgebreid aandacht aan de doelstellingen van OAWM (hier en hier). Jan was een groot fan van ‘eerlijk verzekeren’, dus was hij fan van OAWM.

Een paar maanden na zijn overlijden komt de OAWM-procedure tot een climax, met misschien wel de meest significante jurisprudentie over markttoegang van de afgelopen decennia. Wij hechten er aan om u nader te informeren over de voortgang die is geboekt bij de vergunningsaanvraag van deze interessante verzekeraar.

OAWM: initiatief van het Intermediair

In oktober 2011 ontvangt DNB een aanvraag voor de start van een 100% transparante verzekeraar, waarvan de winst volledig terugvloeit naar de polishouders. Een initiatief van een aantal assurantiekantoren.

Aanvraag afgewezen

De gesprekken die daarop volgen nemen ruim anderhalf jaar in beslag, waarna DNB de aanvraag in april 2013 definitieve afwijst.

In de brief waarmee DNB de aanvraag afwijst zijn (niet voor het eerst) argumenten te lezen die niet eerder zijn ingebracht, dus OAWM heeft geen kans gehad hierop reageren. Die kans zal OAWM ook niet meer krijgen, want de procedure is gesloten.

Naar de Rechter

De oprichters van OAWM hebben nu de keus: of heenwaarts met de staart tussen de benen, of naar de rechter om de uitkomst van de procedure aan te vechten. Het werd het laatste.

Het dispuut tussen OAWM en DNB bestaat op twee niveaus: er is een verschil van inzicht op juridisch vlak, en er is een verschil van inzicht over (de kwaliteit van) de door OAWM verkregen herverzekering.

Rekenvoorbeelden

Tijdens de zitting in eerste aanleg mag OAWM eerst haar standpunten -zo objectief mogelijk- naar voren brengen. Daarna is de beurt aan DNB. Geheel onverwachts komt DNB met een aantal rekenvoorbeelden, waarmee zij probeert aan te tonen dat de door OAWM verkregen herverzekering niet toereikend is. Met die voorbeelden schetst DNB een beeld van gefailleerde burgers en van gezinnen die berooid achterblijven.

In haar repliek ageert OAWM tegen de willekeur die ontstaat als wordt toegestaan dat de poortwachter naar eigen inzicht rekenvoorbeelden mag inbrengen. Dat toestaan betekent de deur openzetten voor nepotisme en cliëntelisme. Dat OAWM inhoudelijk niet ingaat op de voorbeelden blijkt een tactische fout: het beeld van berooide burgers blijft hangen. Een beeld dat later de basis zal vormen voor de uitspraak van de rechtbank: “In het feit dat OAWM de rekenvoorbeelden van DNB (inhoudelijk) niet bestrijdt, ziet de rechtbank aanleiding om de rekenvoorbeelden van DNB te volgen.”

Rekenvoorbeelden deugen niet

In de tussentijd heeft OAWM de rekenvoorbeelden laten controleren. Uit die controle blijkt dat de ingebrachte rekenvoorbeelden niet juist zijn. Want behalve een gebrek aan realiteitszin (bijv.: de 92 miljoen euro schade t.g.v. de oktoberstorm van 2013 wordt volledig geprojecteerd op de kleine portefeuille van OAWM, waarin op dat moment slechts enkele honderden duizenden euro’s premie), blijken de voorbeelden ook rekenkundig simpelweg onjuist. Dit laat een bittere smaak achter bij OAWM. Maar veel belangrijker nog, is dat deze uitspraak zorgt voor jurisprudentie waarmee de markt verder op slot gaat, terwijl de doelstelling van OAWM juist was de markt te veranderen. Dit vonnis geeft DNB immers de vrijheid om -naast wettelijke vereisten- naar eigen inzicht extra eisen te stellen.

De rechtbank oordeelt verder dat ‘burgers onvoldoende in staat zijn om de risico’s van OAWM te doorgronden’.

Aangezien in de statuten van OAWM staat dat verzekerden zich te allen tijde moeten laten bijstaan door een adviseur met een AFM-vergunning, is dit een klap in het gezicht voor de betrokken adviseurs. Schijnbaar ziet de rechtbank hen als een stel platte verkopers.

Ook op verzekeringstechnisch gebied is het vonnis van de rechtbank verre van bevredigend. Zo zegt de rechtbank dat er sprake moet zijn van een ‘volledige herverzekering’, zonder verder in te gaan op wat ‘volledig’ is. Bedoelt de rechtbank hier dat de verzekeraar alleen schadeoorzaken mag verzekeren die binnen het dekkingsgebied van de herverzekering vallen (dus polisvoorwaarden op polisvoorwaarden)?

Bedoelt de rechtbank dat alle polissen van de verzekeraar binnen het herverzekeringscontract moeten vallen (dus alleen een quote-contract is toegestaan)? Of bedoelt de rechtbank dat de verzekeraar niet een deel van het risico mag dragen (dus in ieder geval geen quote-contract)?

En moet de uitkering vanuit de herverzekeraar dan ongelimiteerd zijn, moet de uitkering afgestemd zijn op de omvang van de portefeuille, of volstaat een enkele ‘line’ over de breedte van de portefeuille?

En mag er wel of niet sprake zijn van een eigen behoud? Maar als de herverzekering ‘absoluut’ moet zijn, is de verzekeraar dan nog wel een verzekeraar?

Het is de oprichters van OAWM duidelijk wat hen te doen staat: deze uitspraak moet worden aangevochten.

Schot in de roos

Nadat DNB ten overstaan van de rechtbank onjuiste rekenvoorbeelden heeft gebruikt om angst te zaaien, besluiten de oprichters van OAWM om van strategie te veranderen; de manier waarop DNB zich gedurende de procedure heeft gedragen krijgt een prominente plek in het hoger beroep. Het mag echter niet een wedstrijdje moddergooien worden, daarom kiest OAWM er voor om het vervolg van de procedure te onttrekken aan het oog van de pers. Daarnaast wordt, voor ondersteuning bij de juridische dimensie van het conflict, Michiel Claassen van Lauxtermann Advocaten aangetrokken voor juridische bijstand. Dat blijkt een schot in de roos.

Hoger beroep

De zitting in hoger beroep levert wederom een verrassing op, maar dit keer voor DNB: niet alleen de rekenvoorbeelden uit de procedure in eerste aanleg, maar ook de rekenvoorbeelden uit het verweerschrift van DNB in hoger beroep zijn fout. Het lukt DNB nog altijd niet om te doorgronden hoe de herverzekeringsconstructie van OAWM werkt. Verbijsterend, aangezien het gaat om een recht-toe-recht-aan Stoploss-contract.

 

DNB uit de bocht

Aan het eind van de zitting weet iedereen in de rechtszaal dat het vonnis in het voordeel van OAWM zal uitvallen. Ook DNB voelt dit aan. Het is op dat moment dat DNB haar ware aard toont: “Als de rechtbank OAWM in het gelijk stelt, dan zijn er nog andere punten waarop de aanvraag moet worden beoordeeld. Winst vandaag betekent dus niet zonder meer dat OAWM de aangevraagde vergunning zal krijgen.”

De rechtbank doet wat de rechtbank moet doen: het beschermen van rechtszekerheid. Zij vonnist dat DNB geen vrijheid heeft om naar eigen inzicht rekenvoorbeelden in te brengen.

OAWM wordt in het gelijk gesteld wat betreft de verkregen herverzekering.

Tezelfdertijd zegt het vonnis ook dat de oorspronkelijke statuten van OAWM niet voldeden aan het wettelijk vereiste, met daarbij een uitgebreide toelichting wat er wel in de statuten moet staan.

Aangezien de vereiste tekstuele wijziging materieel niks verandert, heeft OAWM daar nooit een punt van gemaakt. Sterker nog; de statuten waren voorafgaand aan het het hoger beroep al aangepast en overhandigd aan het CBb. Op dit punt krijgt DNB gelijk, maar dankzij de gegeven toelichting is meteen duidelijk dat de statuten van OAWM nu wél voldoen aan wettelijke vereisten.

Pyrrus overwinning

Betekent deze jurisprudentie dan dat de aanvraag opnieuw wordt ingediend?

Krijgt Nederland dan toch als eerste land ter wereld een 100% transparante verzekeraar waarvan de winst volledig terugvloeit naar de polishouders?

Minister Dijsselbloem heeft vorige week aan de Tweede Kamer laten weten dat hij de vrijstelling voor verzekeraars die zich volledig herverzekeren uit de wet schrapt per 1 januari as.

Dus tenzij de oprichters van OAWM nog een laatste verrassing uit hun hoge hoed weten te toveren, lijkt het er toch op dat OAWM -ondanks de overwinning op DNB- toch niet van de grond gaat komen.

Pjotr van Tilburg / OAWM

GEEN REACTIES