Minder zzp’ers voorstander verplichte AOV

De steun onder zzp’ers voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) neemt af. Op dit moment steunt 36 procent het huidige overheidsplan voor het verplichtstellen van een AOV voor zelfstandigen die zelf niks hebben geregeld. In 2021 was dat nog 41 procent. Vooral de voorgenomen standaard wachttijd van een jaar stuit veel ondernemers tegen de borst. Dit blijkt uit onderzoek van Knab onder ruim vijftienhonderd zzp’ers.

Van de ondervraagden geeft 42 procent aan op geen enkele manier een financieel vangnet te hebben als ze arbeidsongeschikt raken. Zonder hun ondernemersinkomen zou van die groep het vier op de tien zzp’ers niet lukken langer dan een jaar het hoofd boven water te houden. In het onderzoek is duidelijk een kloof zichtbaar tussen hoge en lage inkomens. Hoe hoger het inkomen, des te vaker heeft de ondernemer iets geregeld.

Dit ‘regelen’ bestaat niet alleen uit het afsluiten van een AOV. Een AOV heeft 22 procent van de ondervraagden. Andere mogelijkheden zijn een broodfonds (9 procent) en crowdsurance (4 procent). Bovendien geeft 20 procent aan genoeg eigen vermogen te hebben voor het opvangen van de gevolgen van arbeidsongeschiktheid.

Zes op de tien zzp’ers erkent dat de grote groep onverzekerden mogelijk een sociaal probleem vormt. Daar staat tegenover dat de meesten het overheidsplan dat nu op tafel ligt niet als de juiste oplossing zien. In dit plan moeten zzp’ers die niks geregeld hebben een AOV afsluiten tegen een premie van ongeveer 8 procent van hun inkomen. Een eventuele uitkering ten hoogte van het minimumloon start echter pas na een wachttijd van vermoedelijk een jaar.

Een kortere wachttijd lijkt de manier om een groter deel van de zzp’ers achter het plan te krijgen. Nu steunt 36 procent het huidige plan, terwijl 57 procent aangeeft het plan te steunen als de wachttijd korter is.

Bron: Knab

GEEN REACTIES