Pensioenfonds protectionisme

Pensioenfederatie wil snelle invoering Algemeen Pensioenfonds als alternatief voor “dure verzekeraars”.

In reactie op de consultatie inzake het voorontwerp Algemeen Pensioenfonds dringt de Pensioenfederatie aan op snelheid. Door een snelle realisatie kunnen pensioenfondsen die nu al liquidatie zijn daarvan profiteren.

De Pensioenfederatie verhult niet dat die roep om snelheid mede wordt ingegeven door de angst voor inperking van het domein van de pensioenfondsen. Op een andere manier valt namelijk niet de uitval uit te leggen die de pensioenkoepel in haar consultatiereactie doet naar verzekeraars: “Met enkele logische en eenvoudige aanpassingen van het huidige voorontwerp is het Algemeen Pensioenfonds voor liquiderende fondsen een interessant not-for-profit alternatief voor het noodgedwongen onderbrengen van hun collectieve regeling bij één van de weinige commerciële verzekeraars die op deze markt actief zijn. Die beperkte commerciële markt brengt fondsen in een ongunstige onderhandelingspositie en dat is niet in het belang van hun deelnemers.”

Deze marktschets lijkt op een pleidooi voor een voortzetting van een vorm van taakafbakening waarmee de fondsen zelf het in het verleden niet zo nauw namen en die in elk geval inmiddels is achterhaald.

De pensioenfondsen die in liquidatie zijn of dat op korte termijn overwegen zouden inderdaad gebaat zijn bij een grotere keuze uit het aantal uitvoerders. Maar dat geldt ook voor pensioenregelingen die nu al dan niet verplicht bij een pensioenfonds zijn ondergebracht.

Het zou echt in het belang van pensioenpartijen zijn als zij vrij zouden kunnen kiezen uit het scala van bestaande aanbieders, ongeacht of dat pensioenfondsen, ppi’s of verzekeraars zijn. En ook ongeacht de vraag in welke bedrijfstak werkgevers en werknemers werkzaam zijn. Door een vorm van archaïsch protectionisme wordt het gros van de werkgevers en -nemers die keuzevrijheid nog steeds onthouden. En – aan de andere kant – voelen pensioenuitvoerders de bestaande taakafbakening terecht als beknellend. De vraag wie welke regeling voor welke werknemer, zzp-er, of dga mag uitvoeren krijgt een steeds meer bizar karakter.

Het zou voor de hand liggen dat de constructie van een nieuw pensioenvehikel moet leiden tot een verbreding van de uitvoeringshorizon. Daarbij past dat elke uitvoerder aan specifieke restricties is gebonden. En ook dat een pensioenuitvoerdersgroep uitgaat van eigen (concurrentie)kracht in plaats van de vinger te wijzen naar een andere die vooral niet in zijn vijver mag gaan vissen.

Jan Aikens

GEEN REACTIES