‘Geen duizenden interfaces, maar één standaard voor PSD2’

bron: Euroforum

De Berlin Group ontwikkelt voor de Europese betaalmarkt het Acces to Account Framework. Waarom is dit framework nodig en wat zijn de praktische gevolgen?

Met de PSD2-richtlijn in de hand kunnen de zogeheten ‘third party providers’ (TPPs) onder meer betalingen uitvoeren voor consumenten en rekeninginformatie opvragen. Dit overigens wel na uitdrukkelijke toestemming van de rekeninghouder. Banken moeten de TPPs toegang verschaffen tot de bankrekeningen en met deze wijziging doemde een levensgroot probleem op, stelt Wijnand Machielse, namens SRC Security Research betrokken bij het Berlin-project. Machielse is één van de sprekers op het Euroforum-congres: Goed voorbereid op PSD2.

‘De PSD2 schrijft namelijk niet voor dat er sprake moet zijn van één standaard. Met duizenden, zo niet tienduizenden, partijen in het Europese betalingsverkeer zouden net zoveel communicatie-interfaces gemaakt moeten worden tussen banken en TPPs. Bovendien zouden banken voor al die interfaces testfaciliteiten aan de TPPs moeten aanbieden, wat eveneens een enorme operatie met dito hoge kosten met zich mee zou brengen.’

Als oplossing voor dit probleem wordt nu het Acces to Account Framework ontwikkeld. Wat behelst het framework precies?
‘Het framework biedt een standaardinterface voor communicatie tussen een TPP en een bank. Met behulp van het framework kun je de klantauthenticatie uitvoeren en dus ook betalingsopdrachten geven en rekeninginformatie opvragen. De mogelijk duizenden aparte communicatiekanalen die gemaakt hadden moeten worden, zijn dan niet nodig. Ook het testen wordt zo veel makkelijker.’

Welke Nederlandse partijen werken mee aan de ontwikkeling van het framework?
‘De Betaalvereniging Nederland treedt op namens Nederlandse banken en betaalinstanties. Ze dragen kennis bij en nemen actief deel aan de gezamenlijke bijeenkomsten. Daarnaast schrijven ze mee aan de stukken die de basis vormen voor het framework. Daarnaast doet ook een aantal bedrijven mee die wel in Nederland erg actief zijn, maar daar niet hun hoofdkantoor hebben, zoals VISA Europe en equensWordlline.’

Wat betekent het framework in de praktijk voor banken, TPPs en consumenten?
‘Door middel van één universele standaard zullen TPPs makkelijker en dus sneller toegang krijgen tot banken in Europa. Ik denk dat dit de innovatie binnen en efficiëntie van het betalingsverkeer bevordert. Voor consumenten betekent het dat ze meer mogelijkheden krijgen om betalingen uit te voeren en niet alleen afhankelijk zijn van de producten die hun eigen bank aanbiedt. En voor banken zorgt, zoals gezegd, één standaard er voor dat niet elke bank terugvalt op een eigen standaard. Overigens heeft de Euro Retail Payments Board eind november een werkgroep ingesteld die er onder meer voor gaat waken dat elke bank niet een eigen standaard gaat inrichten.’

Bestaat er bij consumenten eigenlijk wel behoefte aan extra betaalmogelijkheden en heeft, impliciet gesteld, het framework wel zin?
‘Het is inderdaad afwachten op wat voor manier deze nieuwe markt zich zal ontwikkelen en hoeveel TPPs uiteindelijk actief gaan worden. Feit blijft dat het framework innovatie zal bevorderen en dat producten op de markt gaan komen waar consumenten voordeel van zullen hebben. Kijk bijvoorbeeld naar een recente dienst als iDIN in Nederland. Daarnaast vergemakkelijkt het framework ook het van rekeninginformatie. Ook daar zullen nieuwe diensten ontstaan, waar consumenten toegevoegde waarde wordt geboden. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van één overzicht van alle bankrekeningen van een consument. Of het doen van een productaanbod op basis van klantinformatie, voor zover de klant hiervoor toestemming geeft en het past binnen de privacywetgeving. Interessant aan deze markt is verder dat behalve TPPs ook banken zelf als TPP informatie bij andere banken kunnen opvragen. Dat levert een spannende dynamiek op.’

GEEN REACTIES