DEEL 6 : Woordvoerder Ronnes (CDA)

verzekeraars
Vervolg op :
Deel 5 / woordvoerder Nijboer (SP)

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Ronnes van het CDA.

De heer Ronnes (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Op deze woensdagavond zal tegenover de wedstrijd Feyenoord-PSV het aantal kijkers naar dit debat over de Richtlijn verzekeringsdistributie niet overhouden. Toch is de richtlijn wel degelijk belangrijk. Hij grijpt aan op iets waar bijna alle volwassen Nederlanders mee te maken hebben, namelijk de verkoop van verzekeringen en het advies dat hierbij komt kijken. Het is daarom goed dat we kort het debat hierover voeren. Ik zou graag namens het CDA drie punten naar voren willen brengen:
– de proportionaliteit van de wetgeving,
– de mate van afhankelijkheid van het gegeven advies en
– het al dan niet transparant zijn over de provisiekosten bij schadeverzekeringen.

Allereerst de proportionaliteit van de wetgeving.
We hebben vernomen dat de minister voornemens is om bepaalde vrijstellingen voor toepassing van de Wft te beëindigen. Een consultatie op dit besluit loopt momenteel. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om heel specifieke verzekeringen zoals hagelverzekeringen en paardenverzekeringen. Dit betekent dat deze verzekeringen, die zich toch al in een nichemarkt bevinden, aan veel strengere regels worden onderworpen, met mogelijk hoge kosten die niet in verhouding staan tot de mogelijke risico’s tot gevolg.
Vraag : 
Ik wil de minister vragen of dit de bedoeling van de wetgeving is. Of ziet hij mogelijkheden om nadat het besluit is geconsulteerd, de vrijstelling voor deze sectoren toch te laten bestaan?”

De mate van afhankelijkheid van het gegeven advies
“Het tweede punt betreft de onafhankelijkheid van het gegeven advies waarover we het hebben. De richtlijn heeft als doel dat de consument er bij een adviseur die zich uitgeeft als “onafhankelijk” van mag uitgaan dat deze ook daadwerkelijk onafhankelijk is.
Maar in de uitvoering die in Nederland is gekozen hoeft een adviseur, ook degene die zich “onafhankelijk” noemt, in het dienstverleningsdocument richting de consument slechts aan te geven of het advies tot stand is gekomen op basis van een objectieve analyse. In de regelgeving is op dit moment niet vastgelegd dat “onafhankelijk” ook echt betekent dat een toereikend aantal producten met elkaar wordt vergeleken.
Vraag : 
Ik vraag de minister of het dus ook nog steeds kan voorkomen dat een adviseur die zich naar de buitenwereld als “onafhankelijk” profileert, alleen producten adviseert van één bepaalde leverancier of één bepaalde verzekeringsgroep die toevallig vijf verschillende merken, labels of producten onder haar paraplu heeft.”

Criteria m.b.t. onafhankelijkheid van advies
Als die adviseur daar in het dienstverleningsdocument maar één opmerking over maakt, zou dat al voldoende zijn. Volgens ons is de consument daar niet bij gebaat. Die gaat ervan uit dat een onafhankelijk advies ook echt betekent dat er een vergelijking is gemaakt op basis van toereikende analyse van producten op de markt.
Vraag : 
Is de minister bereid om de onderliggende regelgeving beter vast te leggen, opdat een onafhankelijke adviseur zich alleen als zodanig mag uiten als het advies ook echt onafhankelijk is?”

Het al dan niet transparant zijn over de provisiekosten
Als laatste de transparantie van de provisiekosten. Het is eigenlijk iets waar deze richtlijn niet over gaat, maar ik wil er toch een opmerking over maken. Vorige week is de evaluatie van het provisieverbod aan de Kamer gestuurd. Daarin wordt de vraag opgeworpen of het een goed idee is om het provisieverbod uit te breiden naar schadeverzekeringen. De lobby hiervoor en hiertegen is al behoorlijk op gang gekomen. Verzekeraars pleiten voor meer transparantie en hopen zo natuurlijk meer verzekeringen via hun eigen kanalen te verkopen en te besparen op de provisie. Adviseurs pleiten tegen verdere transparantie omdat die meer vragen zou oproepen dan problemen oplossen. Ook zou transparantie geen goed beeld geven van hoe de kosten benut worden, of de provisie niet alleen wordt opgestreken maar ook wordt gebruikt voor betere dienstverlening, bijvoorbeeld bij een schadeafhandeling.”

Verzoek : Overleg met alle stakeholders
We zullen over de evaluatie van het provisieverbod nog nader spreken, maar ik wil de minister nu al vragen of hij bij de vraag of de schadeverzekeringen ook onder het verbod moeten vallen, nadrukkelijk in gesprek zal gaan met alle stakeholders, maar ook experts buiten de genoemde verzekeraars en adviseurs. Wat ons betreft betrekt hij ook consumentenorganisaties en bedrijven erbij om te horen hoe zij aankijken tegen een dergelijke maatregel: schieten zij er ook wat mee op? Is de minister daartoe bereid?”

Mevrouw Leijten (SP): Provisietransparantie
“Een minister die in gesprek gaat met alle belanghebbenden is natuurlijk altijd goed, maar nou hebben we eigenlijk al een heel goed beeld. De Consumentenbond, de Autoriteit Financiële Markten, maar ook verzekeraars zelf zeggen dat ze in ieder geval wel voor provisietransparantie zijn.
Hoe staat het CDA daar precies in?”

De heer Ronnes (CDA):
“Zoals ik al aangaf, is de evaluatie deze week bekend geworden. De minister heeft aangegeven dat hij daar nog op zal reageren. Maar ik denk dat we niet te snel die conclusie moeten trekken. Natuurlijk is het CDA in de basis voor transparantie, maar je ziet dat de kleine adviseurs die eigenlijk langs de lokale partijen staan om advies te geven, ook veel advieswerk doen dat uit die provisie betaald moet worden. Als je een provisietransparantie zou invoeren of zelfs een verbod voor dat deel, betekent dit dat de dekking van die kosten wegvalt. Dan wordt de concurrentiepositie van die kleine partijen erg achtergesteld in relatie tot de grote marktpartijen.

klik op het venster en bekijk de vragen die men over het hoofd zag.

Wij willen de evaluatie dus echt heel goed bekijken. Wij vragen de minister nu om met al die gremia nog eens goed te kijken wat de impact is op het moment dat je daarin een verandering zou aanbrengen en om pas dan de conclusie te trekken of we echt voor volledige transparantie en/of een verbod kiezen.”

Mevrouw Leijten (SP) gaat weer vliegen vangen:
“Ik hoor in uw woorden eigenlijk twijfel doorklinken over een verbod op provisie, omdat je automatisch advieskosten betaalt en omdat dat beter is voor de kleine spelers in de markt.
Begrijp ik dat zo goed?”

De heer Ronnes (CDA):
Een verbod kan een negatieve ontwikkeling hebben, ja. Het holt de markt in die zin uit en geeft meer macht aan de grote partijen.”

Mevrouw Leijten (SP):
“Ja …”

De heer Ronnes (CDA):
“Het zou u als SP’er aan moeten spreken dat we hier heel goed naar willen kijken.”

Mevrouw Leijten (SP): Het kleine intermediair
Zeker, zeker! Ik probeer ook te luisteren, hè.
Ik probeer het te begrijpen.
Dat is zeker ook iets om naar te kijken.
Maar er zijn nog heel veel kleine adviseurs, en ik heb ook gezien dat zij, juist doordat advieskosten niet meer uit de provisie gingen met het provisieverbod, een professionaliseringsslag hebben gemaakt omdat ze bijvoorbeeld niet meer afhankelijk zijn van één aanbieder.
Geen provisie, dus lagere kosten
Ze kunnen gewoon tegen hun klant zeggen:
ik geef u het advies en daar betaalt u voor, maar daardoor heeft u wel lagere kosten.

Daarom vroeg ik me af waar u op aan koerst: op transparantie of op een verbod of op helemaal niets?

De heer Ronnes (CDA): Beste keuze voor de consument
Ik ben vorige week op werkbezoek geweest bij een kleine verzekeraar. Die liet zien dat je bij kleine producten alles wel heel transparant kunt maken, maar dat je op een gegeven moment aan het kortste eind trekt. Dan is het alleen nadelig voor de consument.
Wij als CDA zijn er nog niet uit welke richting we precies uit gaan, maar we moeten die afweging wel heel goed maken.
We willen de beste keuze maken voor de consument.”

Voorzitter:
Dan is nu het woord aan de heer Snels (GL)”

Zie Deel 7 : Woordvoerder Snels (GL)

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

 

GEEN REACTIES