Wetswijziging waardeoverdracht opent doos van Pandora

De zesmaandstermijn is geschrapt; pensioenuitvoerders moeten ongelimiteerd aan waardeoverdracht gaan meewerken onder voorwaarden die nog geformuleerd moeten worden.

Alsof waardeoverdracht in de praktijk nu al niet ingewikkeld genoeg is, heeft de Tweede Kamer een begin gemaakt daar helemaal een doos van Pandora van te maken.

Laten we ons niet afvragen waarom de Tweede Kamer te elfder ure de waardeoverdracht onderdeel maakte van het financieel toetsingskader. Ten eerste valt daar geen zinnig antwoord op te formuleren en ten tweede wordt het al standaard procedure dat de medewetgevende volksvertegenwoordigers toevallig voorliggende wetsontwerpen aangrijpen om hun oprispingen te legaliseren. In dit geval: De discussie over het nieuwe FTK heeft betrekking op een duidelijk in de Pensioenwet gemarkeerd en geparkeerd onderwerp, namelijk de artikelen in hoofdstuk 6: Financieel toetsingskader inzake pensioenfondsen. Hier en daar moest voor een verwijzing teruggegrepen worden naar hoofdstuk 5: Algemene bepalingen met betrekking tot pensioenfondsen. Kennelijk smaakte dat terugbladeren naar mee en stuitte Groen Linkser Jesse Klaver op hoofdstuk 4 waarin onder meer geregeld is op welke manier pensioendeelnemers over hun pensioenrechten kunnen beschikken. En ja dan kom je al snel terecht bij de problematiek van de waardeoverdracht.

Een aardig onderwerp om in blessuretijd van de nFTK-behandeling ter tafel te brengen. Daar zou niets op tegen zijn als het gebruikt was als filosofisch onderwerp, al dan niet uitmondend in een motie, om de weg huiswaarts nog even uit te stellen. Maar nu ging het van dikst mogelijk denkbare hout door de discussie af te ronden met een heus amendement. Een echte wetswijziging dus en omdat die werd mede-ondertekend door VVD en D66 moest die nog aangenomen worden ook om het FTK in de Senaat veilig te stellen.

Eerder dit jaar greep D66 de Verzamelwet pensioenen 2014 aan voor een wijziging inzake waardeoverdracht. Daarin is geregeld dat de verlenging met zes maanden van de termijn waarbinnen de deelnemer het verzoek tot waardeoverdracht moet doen ingeval de plicht tot waardeoverdracht herleeft na een periode waarin sprake was van onderdekking, niet alleen geldt in het geval dat de pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, maar ook in het geval de pensioenuitvoerder een verzekeraar is.

Zesmaandstermijn afgeschaft

Nu is in het kader van het nFTK de termijn van zes maanden volledig afgeschaft. Staatssecretaris Klijnsma staat sympathiek tegen deze gedachte omdat zes maanden in sommige gevallen een krappe termijn is. Maar voegt ze daaraan toe: “Waardeoverdracht is een complex onderwerp; dat weten wij allemaal. De belangen van vertrekkende deelnemers, van achterblijvende deelnemers, van werkgevers en van de oude en nieuwe pensioenuitvoerders zijn in het geding. Het is lastig te overzien hoe de belangen van deze groepen worden beïnvloed door dit amendement. Immers, het geeft een ongelimiteerd recht op waardeoverdracht. Ik zou graag de ruimte krijgen om het goed te doordenken in het kader van de herziening van de waardeoverdracht. Ik laat het oordeel aan de Kamer, want ik vind het zelf ook belangrijk. Het is zo gecompliceerd, er zijn zo veel belangen mee gemoeid, dat zorgvuldigheid essentieel is.”

Hou het amendement nog even aan, zou je zeggen. Het kan altijd nog meegenomen worden in de Verzamelwet SZW 2014, zoals CDA-er Pieter Omtzigt terecht opmerkte. Maar nee, het moest met vliegende vaandels nog in de FTK-mix meegenomen worden. “Het is gecompliceerd”, herhaalde Klijnsma, “Het is aan het kabinet om de mogelijke problemen goed in kaart te brengen en van een antwoord te voorzien. Nogmaals, ik heb getracht de geest van dit amendement mee te maken.”

Omtzigt – die tal van procedures in de toekomst voorziet – probeerde de staatssecretaris nog enig staatsrecht bij te brengen – “Je kunt over de geest van een motie praten, want bij je een motie kun je achteraf zeggen: het wordt een millimeter anders uitgevoerd. Bij een wetstekst kan dat niet”- maar het mocht niet baten.

Kan een werknemer nu onder alle omstandigheden’ tot in de eeuwigheid’ de oude en nieuwe pensioenuitvoerder verplichten aan waardeoverdracht mee te werken? Waarschijnlijk niet en zal gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur nadere voorwaarden te stellen. Op die manier heeft de wetgever de oplossing voor de eigen onmacht verplaatst naar het kabinet, zonder zelf er enig idee van te hebben hoe die oplossing eruit zou moeten zien.

Wie de laatste jaren de discussie rond waardeoverdracht heeft gevolgd zal het ermee eens zijn dat een dergelijke onvoldragen wetswijziging op zijn zachtst gezegd weinig verantwoord genoemd mag worden.

Jan Aikens

GEEN REACTIES