Scheringa schuldig aan DSB-debacle; DNB gaat niet vrij-uit

Verplichtingen die veelal te maken hadden met hetgeen Dirk Scheringa belangrijk vond werden aangegaan zonder een realistische financiële planning.

Curatoren hebben het onderzoek naar de ondergang van DSB neergelegd in een rapport, waarin zij onderscheid maken tussen de handelwijze van DSB Bank en DSB Beheer.

DSB Bank

De curatoren van DSB Bank elf constateringen geformuleerd, waarvan er vijf als oorzaak van het faillissement kunnen worden aangemerkt.:

1. DSB Bank was in 2005 niet klaar om een grote bank te worden en De Nederlandsche Bank (DNB) had niet – althans niet zonder strikte voorwaarden – de daartoe benodigde vergunningen mogen verlenen.

2. Door het verlenen van de bankvergunning in december 2005 werd de invloed van Dirk Scheringa binnen DSB Bank vergroot, terwijl sprake was van een gebrekkige governance en organisatorische zwakte. Het gedrag van Scheringa, de gebrekkige governance en het onvoldoende ingrijpen door DNB zijn een belangrijke oorzaak van het faillissement.

3. De schendingen van de zorgplicht door DSB Bank, die al voor 2005 bestonden en daarna steeds meer manifest werden, waren structureel van aard en DSB Bank heeft dit onderwerp nooit voldoende serieus genomen. Dit is een belangrijke oorzaak van het faillissement. De curatoren zijn al eerder tot deze constatering gekomen, namelijk voordat zij in september 2011 een akkoord over de zorgplichtschendingen sloten met belangenorganisaties. DNB heeft het risico van de zorgplichtproblematiek onvoldoende in het toezicht meegenomen.

4. Wijzigingen in regelgeving, klachten van klanten en maatschappelijke kritiek op producten en dienstverlening van DSB Bank noopten de bank tot een nieuw verdienmodel met andere producten en dienstverlening. Het niet treffen van maatregelen om tot dit nieuwe verdienmodel te komen is een belangrijke oorzaak van het faillissement.

5. De kredietrelatie en verwevenheid tussen DSB Bank en DSB Beheer is een belangrijke oorzaak van het faillissement van DSB Bank. Bij DSB Beheer ontstonden ernstige liquiditeitsproblemen toen het van DSB Bank geen dividend of leningen meer kon krijgen.

6. Hoewel de verwerking van bepaalde posten in de jaarrekening 2008 op zich wellicht was toegelaten, moet betwijfeld worden of deze jaarrekening als geheel wel een getrouw beeld gaf. Dit is geen belangrijke oorzaak van het faillissement, maar roept wel vragen op over de handelwijze van onder meer de Raad van Bestuur van DSB Bank.

7. DSB Bank heeft te scherp aan de wind gezeild wat betreft de solvabiliteit door zo veel mogelijk winst te presenteren en onverantwoorde risico’s te nemen. Dit is een belangrijke oorzaak van het faillissement.

8. De kredietcrisis heeft positieve en negatieve invloeden gehad op DSB Bank. Volgens de curatoren kan niet worden gezegd dat de crisis een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Wel werd DSB Bank hierdoor extra kwetsbaar.

9. De negatieve publiciteit en de run op de DSB Bank zijn geen oorzaak van het faillissement geweest.

10. De door DNB toegepaste "haircut", waardoor DSB Bank veel minder geld kon lenen bij de Europese Centrale Bank (€ 1 miljard i.p.v. € 1,8 miljard), is niet een oorzaak van het faillissement geweest. Volgens curatoren was de "haircut" een gevolg van de onzekere situatie waarin DSB Bank zich inmiddels na 5 oktober 2009 bevond. De "haircut" roept wel vragen op.

11. De onduidelijkheid over de financiële situatie bij DSB Beheer, de onduidelijkheid over de (financiële) omvang van de zorgplichtrisico’s, de tijdsdruk die was ontstaan door de publiciteit en de run op de bank hebben het vinden van een alternatief voor een faillissement ernstig bemoeilijkt.

DSB Beheer: positie Ernst & Young in het geding

De curatoren van DSB Beheer formuleerden vier constateringen:

1. Bij DSB Beheer was sprake van een uiterst gebrekkige invulling van (de regels en principes van) de corporate governance, waardoor Dirk Scheringa zijn gang kon gaan. De curatoren zien in het niet naleven van de regels van corporate governance derhalve wel een belangrijk aspect – maar op zich niet een zelfstandige oorzaak – van het faillissement van DSB Beheer.

2. DSB Beheer heeft de risico’s die de afhankelijkheid van DSB Beheer en haar niet financiële deelnemingen van de geldstromen van DSB Bank en DSB Verzekeringen met zich meebracht onvoldoende onderkend. Dit mede door de structuur van de DSB Groep, waarin Dirk Scheringa het beleid bepaalde. Toen de resultaten van DSB Bank en DSB Verzekeringen terugliepen, heeft DSB Beheer haar investeringsambities niet neerwaarts willen bijstellen en is DSB Beheer blijven investeren in verlieslatende activiteiten. DSB Beheer heeft te laat ingezien dat verregaande desinvesteringen noodzakelijk waren om haar in staat te stellen aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Scheringa heeft in dit proces als enig bestuurder en (indirect) aandeelhouder een doorslaggevende rol gespeeld. Deze omstandigheden, bezien in onderling verband, zijn een belangrijke oorzaak van het faillissement.

3. Bij de afgifte van de accountantsverklaring bij de jaarrekening 2007 (5 december 2008) en ten tijde van de rapportage over de controle 2007 (10 december 2008) constateren de curatoren dat bij zowel de Raad van Bestuur van DSB Beheer als de accountant Ernst & Young bekend was dat DSB Beheer zonder aanvullende maatregelen niet voldoende liquide was om gegarandeerde kortetermijnverplichtingen van voetbalclub AZ, het DSB Stadion en DS Art te voldoen. De curatoren betwijfelen of de veronderstelling dat DSB Beheer toch aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen, juist is geweest. Wanneer zou blijken dat deze veronderstelling niet juist was, is dit geen belangrijke oorzaak van het faillissement van DSB Beheer. Er ontstaan wel vragen over de handelwijze van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van DSB Beheer. De positie van Ernst & Young als de controlerend accountant van DSB Beheer behoeft in dat verband nadere analyse en overweging.

4. De financiële situatie van DSB Beheer was in september 2009 dusdanig dat een faillissement van DSB Beheer op korte termijn vrijwel onafwendbaar was geworden. Het enkele feit dat DSB Bank in staat van faillissement werd verklaard is geen belangrijke oorzaak van het faillissement van DSB Beheer.

Curator Marcel Groenewegen: "Wij hebben moeten constateren dat DSB Beheer niet professioneel werd geleid. Verplichtingen die veelal te maken hadden met hetgeen Dirk Scheringa belangrijk vond – zoals kunst en sport – werden aangegaan zonder een realistische financiële planning, ook nog toen duidelijk werd dat men niet meer kon rekenen op de daarvoor benodigde middelen van DSB Bank en de eigen verzekeraars."

De openbare verslagen kunnen gedwonload worden van de pagina

http://www.dsbbank.nl/verslagen/#dsbbankonderzoek

GEEN REACTIES