NVHP: informeer klanten over nieuwe regels eigenwoningschuld

NVHP: informeer klanten over nieuwe regels eigenwoningschuld
© Pixabay

De Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners, NVHP, roept notarissen, accountants en financieel adviseurs op om hun klanten in het kader van de belastingaangifte 2017 attent te maken op de nieuwe fiscale regels inzake het vaststellen van het aandeel in de eigenwoningschuld. Verkeerde besluitvorming op dit punt kan consumenten grote schade opleveren.

Op 30 januari jl. heeft staatssecretaris van Financiën Menno Snel een goedkeurend besluit gepubliceerd inzake het vaststellen van het aandeel in de eigenwoningschuld. Hiermee komt een einde aan een lange periode van onzekerheid ten aanzien van het vaststellen van de eigenwoningschuld tussen partners. Belastingplichtigen dienen nu op korte termijn, voor het eerst in de belastingaangifte over 2017, een keuze te maken of zij wel of geen gebruik willen maken van dit goedkeurende besluit.

De standaardzienswijze van de staatssecretaris houdt bij een situatie van een gelijke eigendomsverhouding globaal het volgende in: Indien één van beide partners eigen middelen inbrengt, leidt dat tot een vergoedingsrecht en niet tot een beïnvloeding van de interne draagplicht. Door deze uitleg wordt de schuld door beide partners gedragen in een verhouding die gelijk is aan het eigendom.

Door toepassing van het goedkeurende besluit van de staatssecretaris kunnen belastingplichtigen ervoor kiezen hun fiscale verleden voor de helft aan elkaar over te hevelen. Hierdoor worden de fiscale knelpunten op korte termijn weggenomen. Aan het goedkeurende besluit kleven echter ook nadelen. De problematiek manifesteert zich vooral bij samenwoners of gehuwde stellen met huwelijkse voorwaarden, waarbij de woning geen onderdeel is van een huwelijksgemeenschap. Ook kunnen er in de toekomst problemen ontstaan bij stellen die onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht gaan trouwen en tijdens het huwelijk een woning verwerven.

De standaardzienswijze van de staatssecretaris leidt tot diverse fiscale knelpunten waar consumenten nu mee geconfronteerd kunnen worden:

  • De partner die een eigenwoningreserve heeft, brengt deze niet volledig in mindering op zijn eigen verwerving. Hij investeert immers de helft van zijn vermogen in het vermogen van de ander. Hierdoor zal een deel van de hypotheekschuld niet meer gekwalificeerd kunnen worden als eigenwoningschuld.
  • Als slechts één van beide partners recht heeft op het zogenaamde overgangsrecht (aflossingsvrij) en een deel van de lening ook daadwerkelijk aflossingsvrij wordt gesloten, wordt deze voor de helft geacht onderdeel te zijn van de schuld van de andere partner die geen recht heeft op overgangsrecht. Hierdoor kwalificeert een deel van deze lening zich niet als eigenwoningschuld.

In de praktijk moet onderzocht worden of het voor cliënten verstandig is gebruik te maken van het besluit. Het standaard gebruiken van het besluit in de geschetste situatie is in de ogen van de NVHP onverantwoord.

Bron: NVHP

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

GEEN REACTIES