De woningmarkt kan op korte termijn vlotgetrokken worden als wordt afgerekend met hardnekkige fabels die ervoor zorgen dat de angst regeert.
Hierdoor nemen banken en toezichthouders een steeds krampachtiger houding aan, zien woonconsumenten de waarde van hun woningen almaar zakken en klagen bedrijven in de woningbouwsector over kelderende omzetten.
Aldus NVB, Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers in de Thermometer Koopwoningen. In deze halfjaarlijkse rapportage over de nieuwbouw van koopwoningen stelt de brancheorganisatie vast, dat drie hardnekkige fabels over de woningmarkt momenteel voor veel onrust zorgen, met alle gevolgen van dien voor de hypotheekverstrekking.
Wonen in Nederland niet duurder
Zo zou het wonen in Nederland zoveel duurder zijn dan in het buitenland en moeten de prijzen wel verder zakken om weer gelijk te komen. Maar recent onderzoek laat juist zien, dat het wonen in grote Duitse stedelijke gebieden zoals Hamburg, Frankfurt en München inmiddels duurder, zo niet veel duurder is dan wonen in Amsterdam of Utrecht. En ook in Franse steden als Parijs, Lyon, Bordeaux en Nice liggen de prijzen veelal hoger dan in ons land.
Woningvoorraad is onvoldoende
Een ander hardnekkig misverstand is dat we in Nederland meer dan genoeg woningen zouden hebben en dat extra bouwproductie dus niet nodig is. Ook dit is ten onrechte, omdat dan volledig voorbij wordt gegaan aan het feit dat tot 2025 het aantal huishoudens jaarlijks nog met zo’n 50.000 toeneemt. Tel daarbij op dat veel woningen zo slecht zijn, dat minimaal vier op de duizend woningen jaarlijks vervangen en dus gesloopt moeten worden, dan komt de benodigde jaarproductie uit op 78.000 nieuw te bouwen woningen. En elk jaar dat we dat aantal niet halen, loopt het woningtekort verder op.
Hypotheekschuld niet onaanvaardbaar hoog
De derde fabel betreft de volgens velen “onaanvaardbaar” hoge hypotheekschuld van 650 miljard euro. Een aanzienlijk bedrag. Maar tegelijkertijd staat daar wel een woningbezit met een waarde van 1100 miljard euro tegenover. En ook is er nog 200 miljard euro dat via spaar- en beleggingshypotheken is belegd. De werkelijke schuldenberg is dus feitelijk slechts veertig procent van wat we hebben.
Afstand nemen van deze drie fabels is volgens NVB voorwaarde nummer 1 om de woningmarkt weer gezond te maken. En dat is hard nodig, want de vooruitzichten voor de sector zijn nu niet goed zolang banken zo overdreven angstig blijven, terwijl er juist veel werk ligt te wachten en de bouwsector momenteel letterlijk alles uit de kast haalt om maar zo efficiënt en scherp mogelijk te werken. In 2011 verkochten de gezamenlijke ontwikkelaars en bouwers 21.000 nieuwe koopwoningen. Blijft de angst regeren, dan voorziet NVB dat in 2012 deze verkoop met 40 procent verder zal afnemen tot 13.000.
NVB geeft de situatie op de woning- en hypothekenmarkt helder weer in de sheets die Nico Rietdijk gebruikte op de persconferentie.
