Nieuw FTK korte tussenstop in grotere pensioenhervorming

Het wetsvoorstel “Nieuw FTK” bevat geen revolutionaire vernieuwingen, maar beperkt zich tot technisch onderhoud op de kortere termijn.

Het wetsvoorstel komt niet met een nieuw contract, maar borduurt voort op de nominale pensioenovereenkomst. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de wens uit de markt om het FTK ‘eenduidig en helder’ te houden. Daarnaast wordt daardoor het invaarrisico ontlopen.

Het wetsontwerp beoogt de belangrijkste problemen van dit moment op te lossen.

Als belangrijkste problemen worden genoemd:

  • Kortingen kunnen worden uitgesteld tot het einde van het kortetermijnherstelplan. Mede daardoor kunnen de uiteindelijke kortingen omvangrijk zijn.
  • Tegenvallers die zich gedurende een lopend langetermijnherstelplan voordoen, moeten binnen diezelfde periode worden opgevangen (kruiend ijs).
  • Mede door dit kruiend ijs kan het langetermijnbeleggingsbeleid onder druk komen te staan (beleggingsspagaat).
  • Zoals in de evaluatie van het financieel toetsingskader is geconstateerd, is het vereist eigen vermogen te laag vastgesteld.

Het kabinet noemt als belangrijkste verbeteringen:

  • Financiële mee- en tegenvallers worden gelijkmatiger verspreid over de tijd. Dit zorgt voor meer stabiliteit in de uitkering van deelnemers. Ook zijn pensioenfondsen hierdoor beter in staat om een beleggingsbeleid te voeren dat gericht is op een indexatieambitie
  • Er komen duidelijke, eerlijke en evenwichtige regels voor de indexatie van pensioenen, voor jong en oud.
  • Er komt een stabiele kostendekkende premie. Om risico’s te verminderen wordt aan het rekenen met een verwacht rendement een aantal voorwaarden verbonden.

Staatssecretaris Klijnsma: ‘Dit wetsvoorstel is duidelijk, evenwichtig en eerlijk voor jong en oud. Met dit voorstel zorgen wij ervoor dat het opgebouwde pensioenvermogen beter wordt geborgd. Dat er meer rust en stabiliteit komt in de pensioenopbouw en uitkering voor de mensen. En dat pensioenfondsen voldoende ruimte hebben om hun eigen indexatieambitie te bepalen, zolang het maar evenwichtig gebeurt met het oog voor de belangen van alle generaties.’

Pensioenfederatie heeft kritiekpunten

Kanttekeningen plaatst de Pensioenfederatie bij de manier waarop wettelijk invulling wordt gegeven “aan de door iedereen onderschreven wens om te komen tot meer evenwicht tussen de generaties. Het zogeheten ‘toekomstbestendig indexeren’ lijkt op macro-niveau weliswaar evenwichtig uit te pakken voor de verschillende generaties, maar kan op fondsniveau tot scheve uitkomsten leiden. Bovendien is het van belang om niet alleen naar indexatie te kijken als het gaat om evenwicht tussen generaties, maar naar álle elementen van de pensioenregeling, waaronder premieheffing, het spreiden van eventuele kortingen en de mate van risico in het beleggingsbeleid. Fondsen moeten hier zelf, op basis van hun eigen specifieke karakteristieken, invulling aan kunnen geven.”

De Pensioenfederatie wijst er verder op dat er ook onder het nieuwe FTK sprake kan blijven van teveel instabiliteit in het systeem, omdat voor de berekening van de verplichtingen nog steeds moet worden uitgegaan van de volatiele risicovrije rente. “Ook mag worden betwijfeld of het toetsingskader fondsen in de praktijk voldoende ruimte biedt om in alle omstandigheden hun eigen indexatieambitie te kunnen nastreven.”

Effectenanalyse

“Berekeningen op fondsniveau zullen de komende tijd moeten uitwijzen in welke mate de gesignaleerde kritiekpunten terecht zijn”, stelt de Pensioenfederatie. De koepel bepleit dan ook “de uiteindelijke beoordeling van het nieuwe FTK te baseren op een gedegen effectenanalyse van het nieuwe toetsingskader op fondsniveau.”

Inwerkingtreding

De wet treedt per 1 januari 2015 in werking. In het overgangsrecht zal worden bepaald dat pensioenfondsen in het eerste jaar drie maanden extra de tijd krijgen voor de indiening van een herstelplan indien sprake is van een tekortsituatie. De eerste herstelplannen zullen daarmee uiterlijk op 1 juli 2015 bij DNB moeten worden ingediend. Ook hoeven pensioenfondsen niet eerder dan op 1 juli 2015 te voldoen aan de nieuwe eisen ten aanzien van de actuariële en bedrijfstechnische nota , het financieel crisisplan, het beleggingsbeleid en het indexatiebeleid.

GEEN REACTIES