Lijfrente en echtscheiding

Bij een echtscheiding moet op honderdeneen dingen gelet worden. Vrij algemeen bekend is dat op zo’n moment de pensioenaanspraken worden verevend. Maar hoe zit het de lijfrenteverzekeringen? Allereerst gaat het om de vraag hoe het huwelijk destijds is gesloten. Is er sprake van gemeenschap van goederen, of gaat om een huwelijk met ‘koude uitsluitingen’?

Gemeenschap van goederen

Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen behoort de lijfrenteverzekering/rekening tot het gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten.

Dat biedt de volgende mogelijkheden:

  • De lijfrenteverzekering kan in de opbouwfase geheel of gedeeltelijk worden vervreemd aan de (ex) echtgenoot.
  • Ook is het mogelijk om de lijfrenteverzekering zo te wijzigen dat de toekomstige uitkeringen aan de andere (ex) echtgenoot toekomen. Dat kan tot gevolg hebben dat de premies voor de verzekeringnemer fiscaal aftrekbaar (kunnen) zijn en dat de toekomstige lijfrente-uitkeringen progressief belast zullen zijn. Een dergelijke verdeling kan fiscaal geruisloos plaatsvinden.

Huwelijkse voorwaarden

De Staatssecretaris van Financiën heeft goedgevonden dat ook in een situatie van niet gemeenschap van goederen de hiervoor beschreven verdeling kan plaatsvinden.

Daaraan zijn dan wel de volgende voorwaarden aan verbonden:

  • Beide (ex) echtgenoten moeten een gezamenlijk verzoek doen bij de uitvoerder van de lijfrenteverzekering/rekening. In het verzoek moeten zij aangeven dat de ze de lijfrenteverzekering/rekening wensen toe te delen of splitsen conform artikel 3.134 Wet IB.

De uitvoerder kan dan het verzoek uitvoeren zonder rekening te houden met negatieve uitgaven inkomensvoorzieningen en revisierente.

Alimentatielijfrente

Naast de verdeling van de lijfrenteverzekering(en) zal bij een echtscheiding ook de alimentatie een rol spelen. Het is mogelijk om de alimentatieverplichting af te kopen door middel van een zogenaamde alimentatielijfrente. De alimentatieplicht moet dan wel op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting zijn ontstaan.

Bij een alimentatielijfrente dienen de lijfrente-uitkeringen direct in te gaan en toe te komen aan de alimentatiegerechtigde. De lijfrente-uitkeringen eindigen uiterlijk bij het overlijden van de ex-echtgenoot en deze worden progressief belast bij de alimentatiegerechtigde. De betaling(en) voor een alimentatielijfrente zijn voor de alimentatieplichtige als het gaat om partneralimentatie aftrekbaar als persoonsgebonden aftrekpost. Afkoop van kinderalimentatie is niet fiscaal aantrekkelijk in de vorm van een alimentatielijfrente. De uitkeringen komen namelijk niet toe aan anderen dan aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of tweede graad zijlijn, zoals de wet eist.In beginsel moet net als bij andere lijfrenteverzekeringen de alimentatielijfrente aan het 1% sterftecriterium voldoen. Dat kan een probleem zijn wanneer de alimentatiegerechtigde nog jong is. In dat geval – zo zegt de Staatssecretaris van Financiën – kan de beoordeling van de kans op overlijden achterwege blijven. Wel is dan een verklaring nodig waaruit blijkt dat de alimentatiegerechtigde ermee akkoord gaat dat sprake is van een lijfrente conform artikel 6.5 Wet IB 2001.

Geen dubbele aftrek

Alimentatieverplichtingen die als een persoonsgebonden aftrekpost worden aangemerkt kunnen niet als schuld in box 3 in aanmerking worden genomen. Deze wijziging werkt terug tot en met 30 december 2009 en is een reactie op een uitspraak van de Hoge Raad waarbij voor de alimentatieplichtige een dubbele aftrek zou kunnen ontstaan: een persoonsgebonden aftrek in box 1 en een schuldvermindering voor de vermogensrendementsheffing in box 3.

Een alimentatielijfrente kan niet in de vorm van banksparen gesloten worden. Om een alimentatieverplichting af te kunnen kopen kan alleen een verzekeringsmaatschappij als uitvoerder optreden en niet een bancaire instelling of beleggingsinstelling.

Een echtscheiding heeft dus naast alle persoonlijke narigheid ook ingewikkelde financiële consequenties op het gebied van de oudedagsvoorzieningen en onderhoudsverplichtingen die goed begeleid dienen te worden.

Bron: artikel mr. Sjoerd.P.N. Brouwer FFP, AEGON Adfis, Adviesgroep juridische en fiscale zaken, gepubliceerd in PensioenAlert

GEEN REACTIES