Liever hogere premie en gegarandeerd pensioen

Werknemers zijn bereid fors hogere premies te betalen voor een gegarandeerde pensioenuitkering. Zij lijken meer waarde te hechten aan een gegarandeerd pensioen dan aan bijvoorbeeld handhaving van de pensioenleeftijd op 65 jaar. Dit blijkt uit een recente peiling onder de Nederlandse bevolking met het DNB Household Survey. Werknemers koesteren te optimistische verwachtingen over hun toekomstige pensioenuitkering, is een andere uitkomst van het onderzoek.

Hoewel uit eerdere enquêtes bleek dat werknemers pensioenzekerheid belangrijk vinden, is veel minder bekend of en hoeveel werknemers voor deze zekerheid willen betalen. Veel werknemers zeggen in de meest recente peiling bereid te zijn fors hogere pensioenpremies te betalen om de zekerheid van de pensioenuitkering te verhogen. Zo geeft bijna twee op de drie werknemers aan bereid zijn te zijn om 50 euro extra pensioenpremie te betalen van iedere 1000 euro aan loon. Dit komt grosso modo overeen met een toename van de gemiddelde pensioenpremie van 15 procent van de bruto loonsom naar 20 procent. Ook de betalingsbereidheid voor een pensioen ter hoogte van 70 procent van het laatstverdiende inkomen is groot. Afgaande op de enquêteresultaten is 55 procent van de werknemers bereid om 50 euro extra pensioenpremie te betalen van iedere 1000 euro aan loon als dat is nodig om een pensioeninkomen van circa 70 procent van het laatstverdiende inkomen mogelijk te maken. De betalingsbereidheid voor handhaving van de pensioenleeftijd op 65 jaar is lager.

  94 procent wil een garantie van 50 procent of meer van het laatstverdiende inkomen, zeven op de tien wil 70 procent of meer gegarandeerd zien. Het gemiddelde is gelijk aan 70 procent. In combinatie met de pensioenambitie van 70 procent, betekent dit deelnemers feitelijk het liefst de hele pensioenuitkering gegarandeerd willen zien.

Meerkeuze vrijheid

Het verplicht sparen voor het pensioen staat wat de deelnemers betreft niet ter discussie. Een grote meerderheid ziet de voordelen hiervan in en erkent dat zij anders mogelijk te weinig geld opzij zou leggen of is blij zich hier niet mee bezig te hoeven houden. Wel heeft de pensioencrisis het vertrouwen in pensioenfondsen aangetast. De meerderheid van de werknemers is voorstander van meer zeggenschap over de pensioenopbouw (al geldt dit minder voor de hoger opgeleiden). Zo staan werknemers weliswaar terughoudend tegenover het nemen van beleggingsbeslissingen, maar bestaat – als de beleggingsrisico’s toch bij de deelnemers komen te liggen – wel enige steun voor een opzet die het mogelijk maakt uit een beperkt aantal duidelijk gespecificeerde beleggingsprofielen te kiezen.

GEEN REACTIES