Jaarstaten een week te laat ingeleverd: boete en DNB-schandpaal

DNB maakt twee boetebesluiten openbaar voor pensioenfondsen die de jaarstaten een week resp. een maand te laat hebben ingeleverd.

Het pensioenfonds van de Consumentenbond heeft de jaarstaten in 2014 iets meer dan een week te laat ingeleverd, omdat de interne communicatie in de vakantieperiode niet vlekkeloos liep. DNB legde hiervoor een boete op van € 15.000.

Het Pensioenfonds Transmark deed er langer over. Die stuurde de staten niet op 30 juni maar op 31 juli. De boete valt daardoor hoger uit. DNB rekent hiervoor € 27.500.

Opvallender dan de boetebedragen is het feit dat DNB gemeend heeft deze besluiten in het openbaar te moeten brengen.

De markt is intussen gewend geraakt aan het ‘naming and shaming’ van gedragstoezichthouder AFM; bij DNB is dat voor de pensioenwereld nog even wennen. DNB beroept zich op artikel 188 Pensioenwet. Dat artikel heeft een andere lading dan de juridische basis waarop AFM vaak verplicht is tot publicatie over te gaan.

De Pensioenwet biedt DNB de mogelijkheid (niet de verplichting) om een boetebesluit te publiceren. Maar stelt daarbij uitdrukkelijk dat de toezichthouder een eigen verantwoordelijkheid daarin heeft. Er kunnen zaken spelen dat pensioen- en aanspraakgerechtigden er baat bij hebben dat zij door DNB geïnformeerd worden over overtredingen en toegekende boetes en dwangsommen. De publicatiebevoegdheid is daarom vooral bedoeld om aanspraak- en pensioengerechtigden in de gelegenheid te stellen om zelf actief te reageren naar hun pensioenuitvoerder indien die handelt in strijd met de bepalingen uit de Pensioenwet.

Het valt nauwelijks te vermoeden dat de wetgever hierbij gedacht heeft aan het een week of een maand te laat inleveren van de cijfers. De deelnemers zullen vast niet hieruit de conclusie getrokken hebben dat zij met hun ingelegde gelden extra risico lopen bij deze fondsen.

DNB moet dus andere een andere bedoeling gehad hebben bij de beslissing om tot publicatie over te gaan. Een bedoeling die ook wordt aangegeven in de memorie van toelichting op de Pensioenwet. “Door het publiceren van genomen toezichtmaatregelen, wordt de pensioenuitvoerders en de pensioen- en aanspraakgerechtigden duidelijk dat er scherp toezicht wordt gehouden op de uitvoering van pensioenovereenkomsten. Hier kan een preventieve werking van uitgaan.”

En dat is precies wat de DNB wil uitstralen, namelijk dat met haar en met de gestelde termijnen niet valt te sollen. Kennelijk is DNB er niet van overtuigd dat zij die autoriteit als vanzelf heeft bij de marktpartijen. Anders zou de in verhouding tot de overtredingen disproportionele publicatiemaatregel niet nodig geweest zijn.

Jan Aikens

GEEN REACTIES