De Jager: “PPI’s gebruiken Nederland als proeftuin”

Opmerkelijke uitspraak van De Jager: PPI’s doen eerst in Nederland ervaring op voordat zij met een geperfectioneerde propositie over de grenzen gaan.

Kamerlid Paul Ulenbelt refereert in vragen aan het artikel in het Financieele Dagblad ‘Bedrijfspensioen nieuwe stijl: lage kosten, nul garantie’ en wijst op het risico dat er door de opkomst van premiepensioeninstellingen meer DC-regelingen komen. De Jager is daar niet bang voor:

“De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik delen niet de mening van de vraagsteller dat de introductie van de PPI leidt tot meer DC-regelingen ten koste van het aandeel defined benefit (DB)-regelingen of dat dit de kwaliteit van Nederland als pensioenland beïnvloedt. Wij zijn voor een zo goed mogelijke kwaliteit van pensioenuitvoering tegen een zo scherp mogelijke prijs, zodat de deelnemers en gepensioneerden zoveel mogelijk waarde krijgen voor de ingelegde premie.

Ten aanzien van de typen pensioenregelingen die in Nederland worden uitgevoerd: in het artikel lezen wij dat partijen die reeds een DC-regeling zijn overeengekomen, de PPI als interessant alternatief zien voor het bestaande spectrum aan pensioenuitvoerders die DC-regelingen uitvoeren. Ook lezen wij in het artikel dat het belang van de PPI zou kunnen toenemen als sociale partners er voor zouden kiezen toekomstige pensioenaanspraken anders te organiseren. Het enkele bestaan van de PPI geeft onzes inziens sociale partners geen reden om het karakter van toekomstige pensioentoezeggingen te veranderen en wij hebben ook geen signalen ontvangen dat dat in de praktijk gebeurt. Over beslissingen ten aanzien van de inhoud en vormgeving van een pensioenregeling laten wij ons niet uit: dat is aan sociale partners. Dergelijke beslissingen staan los van, en gaan vooraf aan, de vraag welke uitvoerder daarvoor wordt gekozen. Zoals ik in het plenaire debat aangaf, was het ook zonder PPI al mogelijk om Nederlandse DC-regelingen in PPI-achtige vehikels in België, Luxemburg of Ierland onder te brengen."

Internationaal

“Hoe komt het dat de PPI vooral wordt ingezet op de nationale markt? Het doel van de oprichting van een PPI was toch juist om de concurrentie aan te gaan op de internationale markt?”, vraagt Ulenbelt.

De Jager: “Het betreft hier een zakelijke beslissing van de onderneming: als er marktpartijen zijn die een reden zien om in Nederland een PPI te starten, kan dat duiden op inefficiënties in de bestaande pensioenuitvoering, waardoor nog voordelen kunnen worden behaald waarvan ook werknemers profiteren. Veel van de partijen die vorig jaar al een PPI wilden oprichten, zijn geïnteresseerd in de internationale markt, omdat daarmee grotere volumes bereikbaar zijn dan de Nederlandse DC-markt en daarmee schaalvoordelen kunnen worden behaald. Informeel is vernomen dat een aantal partijen eerst nationaal wenst te beginnen om ervaring op te doen met hun nieuwe tak van dienstverlening. De concurrentie op de internationale markt is immers hevig; daarom moet de propositie zijn geperfectioneerd op het moment dat de stap naar het buitenland wordt gewaagd.”

GEEN REACTIES