Banken moesten een flinke inhaalslag maken; voortgang is geen luxe

De banken hebben behoorlijke stappen gezet om wezenlijke veranderingen door te voeren, maar de implementatie van de Code is nog niet naar volle tevredenheid.

Dit constateert de Monitoring Commissie Code Banken in haar rapport 2011, schrijft minister De Jager aan de Tweede Kamer.

Klant Centraal

De minister: “In het rapport wordt aandacht besteed aan Klant Centraal. Een belangrijk onderdeel daarvan is het productontwikkelingsproces. Uit de rapportage volgt dat voor zover banken nog niet beschikten over een productontwikkelingsproces de Code ertoe heeft bijgedragen dat dit proces is ingericht dan wel verder aangescherpt of geformaliseerd. De waargenomen ontwikkelingen aangaande productontwikkeling zijn positief, maar ik signaleer, net als de Commissie zelf, dat ook bestaande producten tegen het licht moeten worden gehouden om te bezien of deze nog aan de actuele standaarden van een klantgericht product voldoen. Ik vind het belangrijk dat alle banken die producten ontwikkelen het productontwikkelingsproces goed hebben ingebed in hun organisatie.

Momenteel ben ik bezig met het wettelijke verankeren van het productontwikkelingsproces. De monitoring commissie spreekt haar zorg uit over de overheveling van het productontwikkelingsproces uit de Code Banken naar de wet. Ik begrijp dat ten dele. Een cultuurverandering is effectief als deze van binnenuit wordt ondersteund. Maar wanneer het om producten gaat die op de markt worden gebracht en potentieel veel schade kunnen veroorzaken is toezicht ook nodig. De Kamer heeft met meerderheid laten weten voorstander te zijn van een wettelijk geregeld productontwikkelingsproces

Risicomanagement

De principes inzake risicomanagement worden in het algemeen goed gevolgd volgens de Commissie. Er is geïnvesteerd in een betere governance, betere procedures en een cultuuromslag. De raad van commissarissen bemoeit zich veel intensiever met het risicomanagement dan voorheen. Naar mijn mening zijn dit positieve ontwikkelingen.

De Commissie geeft wel aan dat de kwaliteit van de managementinformatie en de robuustheid van de rapportagesystemen, in het bijzonder rond de dataverzameling, de nodige aandacht verdient. Governance: permanente educatie en moreel-ethische verklaring

De Commissie geeft aan dat permanente educatie meer geformaliseerd en gestructureerd is dan voorheen en vrijwel alle banken hebben verklaard dat hun bestuurders de moreel-ethische verklaring hebben ondertekend. De vertaling van die verklaring naar een interne leidraad voor medewerkers van de bank varieert echter nogal. Bijna alle grotere banken hebben dit gedaan, bij de overige banken is dit gemiddeld genomen minder het geval.

Transparantie

De Commissie stelt dat uit het verrichte onderzoek naar de verslaglegging naar de naleving van de Code een grote mate van verscheidenheid blijkt, zowel qua omvang en diepgang als vindbaarheid en toegankelijkheid van de verstrekte informatie. Dit baart mij zorgen aangezien transparantie een wezenlijk element is voor het herstel van vertrouwen. Ik ben dan ook met de Commissie van mening dat de banken in de toekomst per principe verslag moeten doen van de naleving, eventuele afwijkingen afzonderlijke dienen te motiveren en dat helderder moet worden welke voortgang er is geboekt.

Conclusie

Het onderhavige rapport is het eerste volledige ijkpunt waaraan de resultaten van volgend jaar kunnen worden gemeten. Hoewel er aanzienlijke verbeteringen zijn doorgevoerd, moeten we niet te vroeg juichen. Banken moesten een flinke inhaalslag maken, dus voortgang is geen luxe, maar een noodzaak. Er bestaan bovendien nog steeds belangrijke aandachtspunten om tot volledige implementatie te komen van de Code en het herstel in het vertrouwen in het bankwezen, een essentiële sector voor onze economie, te borgen."

GEEN REACTIES