De Wet algemeen pensioenfonds staat vandaag in de Eerste Kamer op de agenda

© Pixabay

Klijnsma pleit in haar memorie van antwoorden, ter begeleiding van het bespreken van de Wet algemeen pensioenfonds voor een snelle behandeling in de Kamer.

In haar memorie van antwoorden gaat Klijnsma op verschillende vragen in. Een selectie van de onderwerpen die aan bod komen:

Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen
In het kader van evenwichtigheid is de regering van mening dat verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen de grootst mogelijke terughoudendheid dienen te betrachten bij uitbreiding van de statutaire werkingssfeer. Het is immers niet wenselijk dat voor de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel nog aanpassingen van de statutaire werkingssfeer
plaatsvinden gezien de daarbij eerder benoemde kanttekeningen.

Ik vertrouw erop dat sociale partners de oproep om uiterste terughoudendheid te betrachten bij een uitbreiding van de statutaire werkingssfeer tot inwerkingtreding van het wetsvoorstel algemeen pensioenfonds zeer serieus nemen. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn dan zal ik inventariseren welke nadere consequenties ik daaraan kan verbinden.

Consolidatie en schaalvoordelen
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de regering meer inzicht kan bieden in de verwachting dat op basis van consultatie van het veld er een tiental algemene pensioenfondsen
worden opgericht.

Zonder naam en toenaam te noemen kan DNB bevestigen al met zo’n tiental algemeen pensioenfonds gegadigden serieus in gesprek te zijn, in enkele gevallen ook op basis van (concept)stukken die ook bij een daadwerkelijke vergunningsaanvraag aan DNB zouden moeten worden overlegd. Vooralsnog is de verhouding tussen marktpartijen zoals verzekeraars en uitvoeringsorganisaties (of combinaties van beide) versus clusters van pensioenfondsen ongeveer twee derde tegen één derde. Deze aantallen zijn nog te klein om conclusies aan te verbinden. Wel kan gezegd worden dat er zeker bij verzekeraars belangstelling is om via het algemeen pensioenfonds bij te dragen aan verruiming van de mogelijkheden tot consolidatie in de pensioensector. Bij fondsen is vooral van belang of partijen al met elkaar in contact zijn om te verkennen of samenwerking meerwaarde heeft.

Multi-opf
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering wat het voornemen om de mogelijkheid tot het oprichten van een multi-opf binnen een periode van vijf jaar te beëindigen betekent voor deze (twee) fondsen?

Voor de bestaande multi-opf’en komt er een overgangsregime van 5 jaar waarbinnen zij zich kunnen omvormen tot een algemeen pensioenfonds, dan wel hun pensioenregelingen kunnen onderbrengen bij een algemeen pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder. Bij omvorming tot een algemeen pensioenfonds dient een vergunning te worden verkregen van De Nederlandsche Bank (DNB). Bij het onderbrengen van de pensioenregeling bij een algemeen pensioenfonds is dat niet noodzakelijk.

Referendum
De leden van de PvdA-fractie vragen een nadere toelichting op de handelswijze omtrent wet raadgevend referendum. Deze leden vragen wat er gebeurt indien er reeds algemene pensioenfondsen actief worden, terwijl eerst daarna de Staten-Generaal op grond van de Wet raadgevend referendum en op voordracht van de regering besluit tot intrekking van de wet.

In beginsel mogen wetten niet in werking treden binnen acht weken na de mededeling in de Staatscourant dat de wet referendabel is. Artikel 12 van de Wet raadgevend referendum (Wrr) bevat echter een afwijkingsmogelijkheid voor wetten, waarvan de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden. Voor onderhavig wetsvoorstel is afwijking mogelijk gemaakt omdat het op korte termijn nodig is een alternatief te bieden aan (kleinere) pensioenfondsen die de voordelen van schaalvergroting willen genieten. Het algemeen pensioenfonds biedt zo’n alternatief. Het is dan ook van groot belang dat zo snel mogelijk de vergunningprocedure gestart kan worden. Na inwerkingtreding met toepassing van artikel 12 Wrr kan niettemin een referendum worden gehouden, maar de situatie dat een algemeen pensioenfonds al actief is terwijl naar aanleiding van een referendum besloten wordt tot intrekking van de wet zal in de praktijk hoogstwaarschijnlijk niet voorkomen. Voor het uitoefenen van het bedrijf van een algemeen pensioenfonds is een vergunning vereist. Voor de vergunningsprocedure wordt een beslistermijn van 13 weken gehanteerd. Indien aan het eind van deze termijn de mogelijkheid van een referendum nog bestaat, zal ik overwegen om DNB te verzoeken de verstrekking van de vergunning op te schorten totdat een referendum definitief niet meer mogelijk is.

Meer informatie: https://www.eerstekamer.nl/…

GEEN REACTIES