Inboedelwaardemeter 2015 met toelichting

De inboedelwaardemeter van het Verbond van Verzekeraars is een hulpmiddel om op eenvoudige en objectieve wijze de globale waarde van een inboedel vast te stellen,

Dit instrument dient met name voor het geval een inboedelverzekering wordt afgesloten of gewijzigd.

Het puntensysteem van de inboedelwaardemeter is gebaseerd op uitkomsten van onderzoek naar de waarde van de inboedel van een groot aantal huishoudens in Nederland in 2007. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de inboedelwaarde vrij nauwkeurig kan worden vastgesteld aan de hand van de leeftijd en inkomen van de hoofdkostwinner, de samenstelling van het huishouden en de oppervlakte van de woning.

Let op:

1. De inboedelwaardemeter kan alleen worden gebruikt als het netto maandinkomen van de hoofdkostwinner maximaal € 4.850 bedraagt en/of het woonoppervlak niet groter is dan 300m².

2. De inboedelwaardemeter is alleen bedoeld als een hulpmiddel om de waarde van de inboedel globaal vast te stellen; de uitkomsten kunnen daarom niet gelden als getaxeerde waarde in de zin van de wet. Daarnaast wordt geadviseerd om deze inboedelwaardemeter alleen te hanteren in combinatie met een verzekering met garantie tegen onderverzekering.

Handvatten inboedel-opstal

In juni 2011 publiceerde het Verbond de circulaire Handvatten inboedel-opstal.

Naast een gewenste gedragslijn bij het bepalen van welke verzekeraar dekking verleent, bevatten de handvatten een lijst van zaken.

De meeste polisvoorwaarden geven een beperkte omschrijving van het begrip gebouw en het begrip inboedel. Dat kan tot interpretatieverschillen aanleiding geven.

Daardoor komt het in de praktijk voor, dat het bij schade voor een verzekerde onduidelijk is tot welke verzekeraar hij zich dient te wenden, dan wel dat verzekeraars onderling van mening verschillen over de vraag wie dekking dient te verlenen.

Achterliggende gedachte van de circulaire is dat verzekerde niet tussen wal en schip terechtkomen: óf de verzekeraar van het gebouw, óf de verzekeraar van de inboedel verleent dekking, maar niet geen van beiden.

Daarom formuleert de handreiking voor voorkomende gevallen een gedragslijn in de vorm van handvatten.

Om deze handvatten in de praktijk gemakkelijk hanteerbaar te maken, is een lijst van zaken bijgevoegd, waarop is aangegeven welke verzekeraar – met inachtneming van het gestelde in de tekst – dekking dient te verlenen.

GEEN REACTIES