Hoge Raad doet uitspraak over vrije advocaatkeuze

De Hoge Raad bevestigt dat vrije keuze niet afhankelijk is van een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar dat de zaak door een externe advocaat zal worden behandeld.

De Hoge Raad volgt hiermee de uitleg van het Europese Hof van Justitie van artikel 4 Europese Richtlijn 87/344/EEG.

Het Europese Hof hierover:

“1) Artikel 4, lid 1, sub a, van richtlijn 87/344/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering, moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een rechtsbijstandverzekeraar die in zijn verzekeringsovereenkomsten regelt dat rechtsbijstand in beginsel wordt verleend door zijn werknemers, tevens bedingt dat de kosten van rechtsbijstand van een door de verzekerde vrij gekozen advocaat of rechtsbijstandverlener slechts vergoed kunnen worden indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling van de zaak aan een externe rechtshulpverlener moet worden uitbesteed.

2) Voor de beantwoording van de eerste vraag maakt het geen verschil of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure naar nationaal recht verplicht is.”

Hoge Raad

“Uit de beantwoording van de prejudiciële vragen door het HvJEU volgt dat de onderdelen 1 en 2 van het middel terecht aanvoeren dat het recht op vrije keuze van een rechtshulpverlener niet afhankelijk is van een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar dat de zaak door een externe rechtshulpverlener zal worden behandeld.

Nu reeds in eerste aanleg vaststond dat DAS instemde met het voeren van een procedure voor de kantonrechter, had het hof de primaire vordering van [eiser] moeten toewijzen. Uit het antwoord van het HvJEU op de tweede prejudiciële vraag volgt dat daartoe – anders dan de voorzieningenrechter heeft overwogen – geen debat behoefde plaats te vinden over de vraag of [eiser] het recht had zich door een advocaat te laten bijstaan in een procedure waarbij procesvertegenwoordiging niet verplicht is. Voorts heeft DAS niet gesteld dat zij met [eiser] beperkingen van de te vergoeden kosten is overeengekomen als bedoeld in de punten 26 en 27 van het arrest van het HvJEU.”

Het volledige arrest

DAS past polisbepalingen aan

DAS heeft inmiddels besloten de polisvoorwaarden aan te passen.

De wijziging van de polisvoorwaarden houdt in dat aan de verzekerde een bijdrage wordt gevraagd als hij gebruik wil maken van een externe rechtshulpverlener bij procedures zonder verplichte procesvertegenwoordiging. De verzekerde betaalt dan een eigen risico aan DAS. Dit eigen risico bedraagt voor particulieren € 250 en voor zakelijk verzekerden € 500. Ook gelden in dat geval maximum bedragen voor specifieke procedures voor de kosten van de externe rechtshulpverlener. Zo is de maximale vergoeding voor een arbeidsrechtprocedure € 2.500, voor een bestuurs- en sociaal verzekeringsrechtprocedure € 3.000 en voor overige procedures € 5.000. De bedragen zijn ex BTW. Voor procedures waarbij verplicht een advocaat nodig is, verandert er niets. DAS vergoedt de kosten op dezelfde manier als nu het geval is.

Belangrijk uitgangspunt blijft, aldus DAS, dat de klant moet meewerken aan een minnelijke regeling van zijn geschil, mits dat van hem redelijkerwijs gevraagd kan worden.

DAS gaat tevens de uitleg in de polisvoorwaarden over de vrije advocaatkeuze duidelijker verwoorden. DAS hecht eraan dat verzekerden weten dat zij in geval van een procedure zich ook kunnen laten bijstaan door een externe rechtshulpverlener. Dit gebeurt tegelijkertijd met de geplande wijziging van de polisvoorwaarden.

GEEN REACTIES