Regeling waardeoverdracht aangepast aan nettopensioen

Als de ontvangende pensioenuitvoerder geen nettopensioen voert, dan mag die bij waardeoverdracht bij oude uitvoerder achterblijven.

Om dat mogelijk te maken wordt artikel 71 van de Pensioenwet aangepast. Wonderlijkerwijs geschiedt die aanpassing in de vorm een nota van wijziging (de tweede) op de Wet pensioencommunicatie. Een vaker toegepaste opportunistische manier van wetgeving: ‘we brengen de wijziging onder bij een wetsontwerp dat op dit moment in het parlement behandeld wordt en enige raakvlakken heeft met de materie’.

Nettopensioen buiten waardeoverdracht

De huidige regeling met betrekking tot waardeoverdracht houdt in dat als een deelnemer met nettopensioen na 1 januari 2015 besluit over te stappen naar een andere werkgever en de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever geen nettopensioen uitvoert, dat dan het opgebouwde nettopensioen moet worden omgezet naar een hoger bruto pensioen bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Dat kan ertoe leiden dat de pensioenregeling van die deelnemer boven de fiscale grenzen komt.

Op dit moment is het ook niet toegestaan dat bij waardeoverdracht het nettopensioen bij de oude pensioenuitvoerder achterblijft (en dus niet wordt overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder).

Om dat te ondervangen wordt in artikel 71, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 82, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling geregeld dat voor waardeoverdracht van een nettopensioen vereist is dat de ontvangende pensioenuitvoerder ook een regeling voor nettopensioen uitvoert. Is dit niet het geval dan blijft het nettopensioen buiten de waardeoverdracht.

Deze nieuwe regeling krijgen terugwerkende kracht tot 1 januari 2015, de datum waarop de regeling voor nettopensioen is ingevoerd.

GEEN REACTIES