Pensioen: speelgeld van overheid en sociale partners

Zie wat er gebeurt als je pensioenstelsel inzet maakt van budgettaire politiek.

  • Het kabinet verlaagt het Witteveenkader om 3 miljard euro aan bezuinigingen te kunnen inboeken.
  • DNB rekent de Nederlandse economie rijk door het ´premie overschot´ in gedachten volledig in handen te geven van werknemers die dat bedrag grotendeels zouden gaan gebruiken voor consumptieve bestedingen.
  • De pensioenfondsen zijn niet van plan de premies te verlagen en gebruiken het surplus om de beschadigde pensioenuitkeringen en indexeringen te repareren.
  • En de sociale partners vechten elkaar de tent uit:
  • Ook Abvakabo FNV wil de premie in het fonds houden: Werkgevers gebruiken ABP als pinautomaat. “Als werkgevers hun zin krijgen, steken ze straks een groot deel van de vrijgekomen premie in eigen zak. Wij roepen de werkgevers op om hun verantwoordelijkheid te nemen en te werken aan een pensioenregeling die goed is voor nu en voor straks.”
  • CNV is wat genuanceerder, maar  houdt ook de extra premie vast in het fonds en beschuldigt werkgevers wel van onzuivere loonpolitiek. :”CNV Publieke Zaak en de andere bonden willen de wettelijke mogelijkheden voor pensioenregelingen maximaal benutten. De premie die vrijkomt als gevolg van noodzakelijke versoberingen willen we voorlopig gebruiken om de ABP-regeling te versterken. Helaas waren de werkgevers van meet af aan van zins de pensioenregeling nog verder te versoberen en goedkoper te maken. De premie moet lager en kan dan deels via een loonsverhoging aan de werknemers worden gegeven. De werkgevers zouden kunnen melden dat de nullijn voor het overheidspersoneel is doorbroken. Feitelijk is dat niet zo want de loonstijging wordt betaald uit geld dat de werknemer eerst voor het pensioen gebruikte. Daarnaast vinden wij het onverantwoord om de koopkracht in deze tijd te betalen door koopkracht in de toekomst via het pensioen in te leveren.”

Kortom: er gebeurt exact wat het CPB al voorspelde toen de verlaging van het Witteveenkader werd aangekondigd in het regeerakkoord: “De budgettaire opbrengst van de maatregel is onzeker. Het fiscale kader is namelijk niet waterdicht. In de meeste pensioenregelingen ligt de opbouw van rechten vast, maar is de premie variabel.”

Conclusie:

Door het ‘uitgestelde loon’ inzet te maken van bezuinigingspolitiek raken de werknemers de grip op dit deel van hun loon kwijt en wordt het de speelbal van politiek en sociale partners in hun hoedanigheid van bestuurslid van de pensioenfondsen.

Enige uitspraken tijdens het rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden

ABP (Paul Duijsens, Adviseur strategisch beleid):

“Uit de berekeningen van de brief van Weekers blijkt dat vooral jongeren straks een substantieel lager pensioen kunnen verwachten. Minstens zo belangrijk is dat de berekeningen in de brief van Weekers uitgaan van volledige loopbanen en volledige indexatie. In de praktijk, ook in de ABP-praktijk, zien we dat dit niet het geval is. .
De gemiddelde diensttijd bij pensionering binnen het ABP bedraagt 29 jaar en geen 40 jaar, laat staan 42 jaar of 46 jaar. Het ABP kent op dit moment een indexatieachterstand van ongeveer 9%. De verwachting voor de toekomst is dat volledige indexatie nog ver weg ligt.

Een andere vraag was wat het premiebeleid van ABP zou zijn als deze wetsvoorstellen doorgaan. Voorlopige berekeningen wijzen uit dat met de parameters uit de hoofdlijnennota van mei vorig jaar de premie 20% tot 30% hoger zou kunnen uitvallen voor een gelijke pensioenopbouw. Dat heeft te maken met het feit dat ABP op dit moment een premie hanteert op basis van een vaste rekenrente. Volgens de huidige plannen is dat in het Ftk niet meer toegestaan, waardoor je rekening moet houden met een marktrente. Per saldo betekent dat in ieder geval dat de premie door een verlaging van de opbouw niet in dezelfde mate omlaag zal gaan."

DNB (Job Swank, directielid)

DNB denkt dat ook bij het versoberde Witteveenkader een adequaat pensioen haalbaar is. In de scenario-analyse die onlangs door DNB is gepubliceerd, wordt aangenomen dat de vrijvallende premies volledig worden teruggesluisd naar de werknemers.

Er zijn ook andere aanwendingsmogelijkheden, zoals verbeteringen van pensioenregelingen, herstel van dekkingsgraden of het doorsluizen van vrijvallende premies naar werkgevers. De uiteindelijke is keuze is uiteraard niet aan ons, maar aan de sociale partners. Dat neemt niet weg dat het door ons beschouwde scenario wel een zekere logica lijkt te hebben. De pensioenpremies, of die nu door werknemers of werkgevers worden opgebracht, vormen onderdeel van de loonruimte. Pensioenaanspraken zijn in beginsel uitgesteld loon. Zodra de fiscus dat uitgangspunt voor een deel van pensioenpremie loslaat, ligt het ook voor de hand het verplichte karakter van die besparing op te heffen en de vrijvallende premies uit te keren aan de werknemers, als beginsel. De werknemers kunnen vervolgens zelf beslissen wat ze ermee doen

GEEN REACTIES