nFTK en EU-recht: wil Klijnsma Hans van Meerten niet begrijpen?

Verschillende malen heeft Van Meerten het kabinet vergeefs gewezen op het belang van het toetsen van het nFTK aan het EU-Handvest.

Ook in antwoord op nadere vragen van Eerste Kamerfracties geeft staatssecretaris Klijnsma aan dat voldoende onderzoek is gedaan naar mogelijke strijdigheden van het nieuwe toetsingskader met het EU-recht.

Misschien zijn in de beantwoording van de Kamerbrief niet eens zozeer de inhoudelijke argumenten opvallend. Maar valt het meest op dat consequent gesproken wordt over ‘de geciteerde jurist’, die in het document anoniem blijft. Het zou dus zomaar kunnen gaan om een rechtskundige die zich wat kennis aanmatigt over pensioen of internationaal recht. Of een advocaat die een belangrijk deel van zijn tijd vult met aan te schuiven aan de tafel van Tan, Pauw of Van Nieuwkerk.

Om de waarschuwing aan het kabinet in zijn juiste proporties te zien: de geciteerde jurist is Mr. Dr. Hans van Meerten, advocaat bij Clifford Change, gespecialiseerd in pensioenen, docent pensioenrecht aan de VU en onlangs benoemd tot bijzonder hoogleraar Internationaal Pensioenrecht aan de Universiteit van Utrecht.

Deze Van Meerten dus waarschuwde in De Telegraaf van 9 december dat de regering de pensioenregels niet heeft getoetst aan het Handvest van de EU. “Dat moet zeker worden gedaan, want het zou toch een blamage zijn als het juridisch niet houdbaar blijkt te zijn?”

Ja, dat hebben we wel, schrijft Klijnsma. Maar in haar motivering gaat ze niet wat het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie precies onder eigendomsrechten verstaat. Ze grijpt naar een ander artikel waarin staat dat de inhoud en reikwijdte van dit Handvest overeenstemmen met die van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Het EVRM bevat bepalingen over eigendomsrechten, dus die genoemd in het Handvest corresponderen daarmee. Van Meerten stelt daar tegenover: “Toetsen aan het EVRM is leuk, maar dat gaat alleen om zaken tegen een staat. Met het EU-handvest in de hand kan elke werknemer of gepensioneerde naar de rechter stappen en een procedure beginnen tegen zijn eigen pensioenfonds. Dat handvest heeft dus een veel krachtiger werking.”

Daarom is het goed het eigendomsartikel van het Handvest nog eens te citeren:

‘Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken. Aan niemand mag zijn eigendom worden ontnomen, behalve in het algemeen belang in de gevallen en onder de voorwaarden waarin de wet voorziet en mits zijn verlies tijdig op billijke wijze wordt vergoed. Het gebruik van de goederen kan worden geregeld bij de wet voorzover het algemeen belang dit vereist.’

Klijnsma ziet dat niet als een grote hobbel: “Mensen die stellen dat hun koopkracht door de nieuwe wet wordt aangetast, kunnen hierover een rechtszaak aanspannen. Dit kan ook al onder de nu geldende regels. Voor zover daarbij wordt aangevoerd dat sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het recht op eigendom zoals dit wordt beschermd door het Handvest van de Grondrechten en het EVRM, zal de rechter – nu en in de toekomst – onderzoeken of de aantasting wettelijk is toegestaan, het algemeen belang dient en proportioneel is.”

Zelf gaat zij ervan uit dat de rechter die laatste conclusie zal trekken: “Het wetsvoorstel verbetert het bestaande toetsingskader, zonder individuen of groepen disproportioneel te benadelen.”

‘De geciteerde jurist’ draagt geen inhoudelijke argumenten aan die aanleiding zijn om deze opvatting te herzien, vindt de staatssecretaris.

Het is duidelijk dat Van Meerten deze conclusie onverantwoord voorbarig vindt. “Het Handvest is namelijk in dergelijke gevallen nog niet eerder ingeroepen. Maar er is absoluut een zaak te maken. Dat de regering dat niet vooraf goed afdekt, is linke soep”, aldus de toekomstig bijzonder hoogleraar Internationaal Pensioenrecht.

GEEN REACTIES