Federatie en DNB leven in verschillende pensioenwerelden

Op hetzelfde congres spreken Federatievoorzitter Kick van der Pol en DNB-directeur Frank Elderson in totaal verschillende toonzettingen over de toekomst van het pensioenstelsel.

Tijdens het jaarcongres van de Pensioenfederatie spraken Van der Pol en Elderson over de weg die volgens hen afgelegd moet worden naar een toekomstbestendig pensioen. Van der Pol gaat daarbij uit van de sterkte van het huidige systeem. Het is een kwestie van de zwakke plekken aanpakken, maar het stelsel zoals het is moet in stand blijven. Elderson kijkt meer naar de sociaalecopnmische ontwikkelingen. De wereld is veranderd en het pensioenstelsel moet zich aan die veranderingen aanpassen.

De Pensioenfederatie beschrijft door welke externe factoren (een kunstmatig laag gehouden rente, strakke regelgeving en een hinderlijk meekijkende toezichthouders) de pensioenfondsen hun werk moeilijker kunnen uitvoeren. Het is beter de zwakke plekken aan te pakken in plaats van een discussie te voeren over een compleet ander stelsel. DNB daarentegen ziet dat het huidige stelsel niet meer aansluit bij de wensen en behoeften van de huidige consument. Er is sprake van onevenwichtigheden in het systeem ten opzichte van de ‘reële economie’ en die moeten uit de weg geruimd worden.

Twee speeches, waarbij bij de één het behoud centraal staat en bij de andere de verandering.

Van der Pol:

Gingen we maar met ons pensioenstelsel om als met onze dijken. Net als onze dijken behoort het tot de beste van de wereld. Maar er zijn ook zwakke plekken die we allemaal kennen. Enkele daarvan worden aangepakt in het nieuwe FTK. Ondertussen doen we net alsof nu iedereen droge voeten kan houden. Zelfs de uiterwaarden mogen niet meer onder water lopen. De zomerdijken moeten immers toekomstbestendig zijn. In plaats van iedereen er van te doordringen dat we met zijn allen meer risico lopen en die risico’s beheersbaar te maken, schieten we door bij het vormen van buffers. Ik weet dat het vandaag de dag gek klinkt, maar op termijn worden de pensioenfondsen daardoor te rijk.

Dat we de eerste paar jaar nog alle voorrang geven aan herstel van de buffers is aan iedereen uit te leggen. Maar wanneer we een tiental jaren premie vragen voor een geïndexeerd pensioen terwijl we onvoldoende indexeren en alle voorrang blijven geven aan de buffers, zal het vertrouwen in ons stelsel zwaar op de proef gesteld worden. Wat hebben we aan toekomstbestendig indexeren als de prijs daarvan is dat het stelsel zelf niet meer toekomstbestendig is?

Voorrang aan premieovereenkomst en APF

Wanneer volgend jaar het APF voor alle fondsen wordt geregeld en de sector eerste ervaringen kan opdoen met de premie-overeenkomst met collectiviteit en risicodeling, kunnen een paar flinke zwakke plekken in ons stelsel aangepakt worden.

Is dan de nationale pensioendialoog overbodig? Geenszins. Vooral twee vragen vergen dan nog steeds een diepgaande afweging. De eerste vraag is wat de snelle verandering van de arbeidsmarkt betekent voor ons stelsel. De AWVN heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid door voor alle werkenden te pleiten voor een pensioen in de tweede pijler.

De tweede vraag waar we in de dialoog niet omheen kunnen is de doorsneepremie.

Het is makkelijk om te roepen dat die systematiek moet verdwijnen wanneer je geen oplossing hebt voor de overgangsproblematiek.

Elderson:

Om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herstellen is het nodig dat deelnemers realistische verwachtingen hebben. Hiermee doel ik niet alleen op verwachtingen van deelnemers over de hoogte van hun pensioen, maar juist ook over de bijbehorende risico’s. Mensen moeten begrijpen dat een pensioen niet 100% zeker is. En dat ook niet kan zijn In het dichten van de huidige verwachtingskloof is meer transparantie een noodzakelijke eerste stap.

Hierbij helpt het als deelnemers meer helderheid krijgen over hun eigendomsrechten. Zeker nu risico’s steeds meer worden belegd bij de deelnemers zelf.

DNB vindt het belangrijk dat evenwichtige vormen van risicodeling gerealiseerd worden. Met evenwichtig bedoel ik dat bij het delen van risico’s voldoende aandacht moet zijn voor de belangen van alle deelnemers.

Het is schadelijk voor het vertrouwen in het pensioenstelsel als bepaalde generaties systematisch worden benadeeld; of dit nu de jongeren of de ouderen zijn. Het is de vraag of het delen van risico’s met toekomstige generaties – die niet in de besluitvorming betrokken zijn – nog wel passend is. Zij kunnen zich in ieder geval nog niet zelf weren. Dat brengt een risico op onevenwichtigheid met zich mee.

Het pensioenstelsel is niet goed ingesteld op de verhoogde arbeidsmobiliteit. Dit betekent dat de aannames waarop belangrijke uitgangspunten in het pensioenstelsel zijn afgestemd, verouderd zijn. De doorsneesystematiek en pensioenoverdrachten tussen verschillende fondsen zijn hiermee kwesties die aandacht behoeven.

Het pensioenstelsel moet diversiteit en mobiliteit op de arbeidsmarkt faciliteren.

Het Nederlandse pensioenstelsel wordt – zoals u allen weet – ook internationaal gewaardeerd. Daar mogen we trots op zijn. Maar dat moeten we ook zo houden.We kennen allen de voorbeelden van merknamen die ooit tot de wereldtop behoorden, maar nu niet meer bestaan of kwijnend zijn.

En als we er in slagen om het duurzame karakter van ons pensioenstelsel verder te bestendigen, dan kunnen we daar ook in de toekomst nog trots op zijn.

GEEN REACTIES