Besluit Algemeen Pensioenfonds ter consultatie

De markt kan zich uitspreken over de uitwerking van de eisen met betrekking tot de vergunning, het weerstandsvermogen en kwaliteit en kosten van de dienstverlening.

De regering heeft begin deze maand bij de Nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer al het concept Besluit Algemeen Pensioenfonds gepresenteerd. (zie ook: APF-nota: uitstekend stuk naslag over huidige pensioenmarkt).

Nu is dit ontwerp ter consultatie aan de markt aangeboden.

Uiterste reactiedatum: 4 juni 2015 via de consultatiewebsite van de Overheid.

Het besluit bevat de uitwerking van de volgende onderwerpen:

Vergunningeisen

De vergunningplicht geldt zowel voor een reeds bestaand pensioenfonds dat zich wil omvormen naar een algemeen pensioenfonds, als voor een geheel nieuw op te richten algemeen pensioenfonds.

De vergunningeisen voor een algemeen pensioenfonds hebben onder meer betrekking op de geschiktheid en betrouwbaarheid van de (mede)beleidsbepalers, de inrichting van het bestuur en het toezicht, het programma van werkzaamheden, het weerstandsvermogen, de uitbesteding van taken, de statuten en de bedrijfsvoering.

Om een ex ante toetsing vanuit het gedragstoezicht te waarborgen krijgt AFM een adviesbevoegdheid jegens DNB in het kader van de vergunningverlening. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat vanuit het perspectief van het gedragstoezicht wordt getoetst dat een algemeen pensioenfonds zijn bedrijfsvoering zodanig heeft ingericht dat kan worden voldaan aan de wettelijke eisen en er een adequaat communicatiebeleid is. Van een algemeen pensioenfonds wordt verwacht dat het kan toelichten hoe het invulling geeft aan de communicatievereisten op grond van de Pensioenwet en hoe het borgt dat aan deze communicatievereisten (blijvend) wordt voldaan.

Weerstandsvermogen (voorheen: werkkapitaal)

Een algemeen pensioenfonds dient over een wettelijk verplicht weerstandsvermogen te beschikken. Het weerstandsvermogen dient om de bedrijfsrisico’s te dekken. Het doel hiervan is om de continuïteit van het algemeen pensioenfonds te waarborgen.

Bedrijfsrisico’s zijn risico’s die niet voor rekening van een collectiviteitkring of meerdere collectiviteitkringen komen aangezien ze voor het gehele algemene pensioenfonds gelden.

Onder bedrijfsrisico’s vallen onder andere de volgende risico’s: krediet- en debiteurenrisico’s, strategische risico’s en marktrisico’s, operationele risico’s, uitbestedingrisico’s, bestuurlijke risico’s, integriteitrisico’s, outtrades, claimrisico’s, juridische risico’s en aansprakelijkheidsrisico’s.

Het bestuur van het algemeen pensioenfonds is verantwoordelijk voor de beheersing van deze risico’s.

Die kunnen niet voor rekening van een collectiviteitkring of meerdere collectiviteitkringen komen, aangezien ze voor de entiteit algemeen pensioenfonds gelden. Deze risico’s dienen daarom door het weerstandsvermogen gedekt te kunnen worden.

Zowel van een leeg algemeen pensioenfonds als van een reeds bestaand pensioenfonds dat zich wil omvormen naar een algemeen pensioenfonds, zal DNB in het kader van het programma van werkzaamheden een beoogd bedrijfs- en verdienmodel willen ontvangen, dat aangeeft hoe de continuïteit van het op te richten pensioenfonds wordt gewaarborgd in normale, matig tegenvallende en zwaar tegenvallende omstandigheden.

Een van de belangrijkste eisen aan het weerstandsvermogen van een algemeen pensioenfonds is dat het weerstandsvermogen het karakter heeft van ‘eigen vermogen’. Het kan dus bijvoorbeeld niet bestaan uit een rekening courant of een soortgelijke voorziening.

Kosten en kwaliteit dienstverlening

Voor een adequate bescherming van de verschillende pensioenvermogens is naast de goederenrechtelijke scheiding ook een sluitende regeling met betrekking tot de kosten die op die pensioenvermogens kunnen worden verhaald noodzakelijk. Omdat iedere kring financieel gescheiden is en daarop een eigen financieel toetsingskader van toepassing is, mogen de kosten tussen de kringen nooit in elkaar overlopen. Voorkomen moet worden dat kosten worden verhaald op een pensioenvermogen terwijl die kosten geen verband houden met de uitvoering van een pensioenregeling.

Dit betekent dat in de uitvoeringsovereenkomst volledig en duidelijk gespecificeerd, moet zijn vastgelegd welke kosten (i) verband houden met de uitvoering van een pensioenregeling en, in het verlengde daarvan, (ii) ten laste komen van een afgescheiden vermogen behorend bij een collectiviteitkring.

Een adequate doorberekening van de uitvoeringskosten naar de verschillende collectiviteitkringen is noodzakelijk, om herverdelingseffecten tussen collectiviteitkringen/pensioenregelingen te voorkomen en transparant de kosten en opbrengsten te kunnen toerekenen aan de specifieke beleggingsmix die de werkgevers ten behoeve van collectiviteitkringen/pensioenregelingen zijn overeengekomen met het algemeen pensioenfonds.

GEEN REACTIES