Afschaffing pensioen in eigen beheer blijft in de lucht hangen

Het zal waarschijnlijk nog tot mei 2015 duren voordat er een parlementaire discussie komt over de toekomst van het pensioen in eigen beheer.

Staatssecretaris Wiebes besteedt in de memorie van antwoord op het Belastingplan 2015 aan de Eerste Kamer een kleine alinea aan het pensioen in eigen beheer (op pag. 42).

Hij gaat in op de vraag van de CDA-fractie waarom een oudedagsreserve zou worden ingevoerd voor de DGA, terwijl de fiscale oudedagsreserve in de winstsfeer in de inkomstenbelasting bekritiseerd wordt.

Wiebes antwoordt dat hij “zo spoedig mogelijk maar in ieder geval voor het meireces” met een brief zal komen. Hij zegt toe dat daarin een uitwerking komt van de oudedagsbestemmingsreserve en van een variant op een beschikbarepremieregeling met een vast oprentingspercentage. “Idealiter”, schrijft hij, spreekt hij in die brief een voorkeur uit voor één van deze beide varianten en wil over die variant het parlementaire debat aangaan.

Afschaffen

Zou het niet beter zijn om het pensioen in eigen beheer helemaal af te schaffen, vragen de CDA-senatoren, en deze te vervangen door een generieke tariefsverlaging?

Wiebes wijst dat verzoek niet op voorhand af: “Als uit dat debat, anders dan tot op heden, blijkt dat afschaffing van het pensioen in eigen beheer toch op brede steun kan rekenen, ben ik bereid de mogelijkheden hiertoe nader te bezien.”

Omzeilen Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

De Memorie van antwoord behandelt uiteraard nog tal van andere onderwerpen.

Een opvallend aspect is de mededeling van Wiebes dat nog voor invoering van de Werkkostenregeling 2015 al geconstateerd is dat aanscherping van het gebruikelijkheidscriterium noodzakelijk is.

In een column heeft Michael Visser daar al in augustus op gewezen (zie: Pensioencompensatie voor topinkomens? Zo gepiept!).

Mede dankzij zijn column zijn Kamervragen gesteld over het feit dat het eenvoudig is om de bepalingen in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector te omzeilen door gebruik te maken van de werkkostenregeling. Maar er zijn andere voorbeelden te noemen buiten de (semi)publieke sector.

Het gebruikelijkheidscriterium is bedoeld om excessen tegen te gaan. Dit criterium is een open norm die nader ingevuld zou moeten worden in de jurisprudentie. Bij de introductie is al gezegd dat als oneigenlijk gebruik een hoge vlucht gaat nemen dat nadere maatregelen overwogen zullen worden. Het kabinet geeft nu aan het daadwerkelijke misbruik niet af te wachten, maar die met nadere regelgeving vóór te zijn.

Het streven is om de noodzakelijke wetswijzigingen op te nemen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2015 dat in het eerste kwartaal van 2015 aan het parlement ter goedkeuring zal worden voorgelegd.

GEEN REACTIES