Zelfde premie voor verhoogd ORV-risico bij herstel beleggingspolis

Verzekeraars vragen bij hersteloperatie geen hogere overlijdensrisicopremie als na de ingangsdatum van de oorspronkelijke beleggingsverzekering het risico verhoogd is.

In de uitzending van TROS Radar werd gesuggereerd dat mensen die na het afsluiten van de oorspronkelijke beleggingsverzekering ziek zijn geworden “gevangen zitten in hun woekerpolis”. Hun ORV-aanvraag wordt niet geaccepteerd door een andere verzekeraar. Dat hoeft ook niet, stelde Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars: de verzekerde kan als hij de polis elders wil oversluiten de ORV losknippen en die bij de verzekeraar laten doorlopen.

Letterlijk zei Weurding:

“Chronisch zieken mogen absoluut geen belemmering ondervinden om hun beleggingsverzekering aan te passen of over te sluiten. Als de verzekerde dat wil kan hij de risicoverzekering bij dezelfde verzekeraar onder oorspronkelijke voorwaarden zonder keuring voort te zetten. Ook als de verzekerde zou willen overstappen naar een andere verzekeraar kan die ORV gewoon losgeknipt worden en bij de verzekeraar blijven. Dat is het beleid zoals verzekeraars dat uitvoeren. We hebben dat binnen het Verbond besproken en ik heb dat naar aanleiding van de uitzending nog met een aantal verzekeraars opgenomen en die hebben mij bevestigd dat dit het beleid is, zoals dat wordt uitgevoerd.”

Communicatie moet duidelijker

Radar zette de beleggingspolisaffaire opnieuw in de schijnwerper omdat “verzekeraars onvoldoende nazorg geven. Klanten zijn maar mondjesmaat geïnformeerd over de mogelijkheden om hun slechte beleggingsverzekering te verbeteren. Daardoor zitten veel mensen zo’n acht jaar na het losbarsten van deze affaire nog steeds met hun slechte verzekering.”

Ongetwijfeld heeft hier het verschijnen van de Consumentemonitor van de AFM een rol gespeeld. De gegevens in dat onderzoek wijken af van die van het rapport van Deloitte. Gesuggereerd werd dat dit is te verklaren uit het feit dat Deloitte het onderzoek verrichtte in opdracht van het Verbond. Uit de brief waarmee minister Dijsselbloem het rapport naar de Tweede Kamer stuurde blijkt dat het verschil een andere achtergrond heeft: De AFM baseert de cijfers op basis van een onderzoek dat in het najaar van 2012 plaatsvond. De gegevens van Deloitte zijn actueler en daarin is de inhaalslag van het laatste halfjaar verwerkt.

Hoe dan ook blijft het feit dat verzekeraars kennelijk niet kunnen volstaan met het enkel uitvoeren van het flankerend beleid, zoals dat met de minister is overeengekomen. Zij zullen meer aandacht moeten besteden aan de uitleg richting verzekerden wat dat flankerend beleid exact voor hen betekent. De brieven die verstuurd zijn nodigen niet uit tot lezen, bleek tijdens de uitzending.

Weurding: “Wij zijn vastberaden om met veel energie in de komende tijd deze zaak op te pakken, ook met betrekking tot de nazorg. Want wij zijn ervan overtuigd dat als we dat goed doen we ook weer het vertrouwen met de klant kunnen herstellen en we het perspectief naar de toekomst kunnen verbeteren.

GEEN REACTIES