Dijsselbloem roept verzekeraars op tot contractbreuk

Als vaststaat dat een eenzijdige wijziging niet nadelig is voor de klant, kan een verzekeraar besluiten eraan voorbij te gaan dat dat juridisch niet is toegestaan.’

Minister Dijsselbloem heeft de rapportage van de AFM met betrekking tot de nazorg van beleggingsverzekeringen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Verzekeraars moeten alles in het werk stellen om de lopende beleggingsverzekeringen voor de klant te verbeteren, schrijft de minister. En als hij alles zegt, bedoelt hij ook letterlijk alles. Zelfs het met voeten treden van de beginselen van het civiele recht moeten verzekeraars niet schuwen. Een overeenkomst mag partijen dan wel tot wet strekken, maar als één van die partijen niet beseft wat goed voor hem is, dan moet de andere partij hem maar kwaadschiks op het rechte pad zetten.

Uit de Kamerbrief blijkt dat de minister het eenzijdig veranderen van de verzekeringsovereenkomst heeft besproken met het Verbond. De vezekeraarskoepel heeft hem proberen duidelijk te maken dat het eenzijdig wijzigen van contracten door de verzekeraar of de verzekeringnemer juridisch niet is toegestaan. De minister heeft met beleefde belangstelling dit basiscollege aangehoord, maar blijkt er niet van onder de indruk.

Hij schrijft: “Indien vast zou staan dat de aanpassing nu en in de toekomst geen kans op nadelige uitkomsten oplevert voor de betreffende klanten, dan kan een verzekeraar besluiten daaraan voorbij te gaan. Daarbij is het van groot belang om daarbij ook de zorgplicht naar de klant toe en het klantbelang centraal te stellen.

Dat in algemene zin het ongewenst is dat één van de partijen bij de overeenkomst, en zeker de partij die over het algemeen een grotere machtspositie heeft, eenzijdig een overeenkomst wijzigt, staat buiten kijf. Wanneer een eenzijdige wijziging echter in het belang van de klant is en er voldoende wordt ingezet op het informeren van de klant over die wijziging, verwacht ik van verzekeraars dat zij deze mogelijkheden serieus bezien.”

Stel het fel theoretische geval dat een verzekeraar hier inderdaad toe besluit en de verzekerde vervolgens naar de rechter stapt? Zal die ermee akkoord gaan dat de verzekeraar het overeenkomstenrecht met voeten heeft getreden? Ik denk dat de rechter snel een parallel zal trekken met sommige dictators in één van de buitenlanden die eenzijdig in hun wijsheid uitmaken wat goed is voor de bevolking.

Kortom: laten we erkennen dat de beleggingsverzekeringsproblematiek nog verre van opgelost is. Maar laten we er ook van blijven uitgaan dat een serieus probleem vraagt om een serieuze oplossing. Daar hoort niet bij dat een topbestuurder oproept om het gehele civiele rechtsstelsel voor de gelegenheid maar even incidenteel om te schoffelen.

Jan Aikens

GEEN REACTIES