DNB: Fiscale prikkels hypotheek en pensioen moeten anders

Een pleidooi voor versoepeling van de eis om de totale hypotheekschuld af te lossen en van de paternalistische plicht om teveel pensioen op te bouwen.

Het belastingsysteem mist een integrale aanpak, waardoor vermogensposten als pensioen, eigen woning en box 3-vermogen zeer verschillend worden behandeld.

De ze gedifferentieerde behandeling gaat met de nodige verstoringen gepaard, aldus de uitkomst van de DNB-verkenning ‘De vermogensopbouw van huishoudens: is het beleid in balans?’

Nederlandse huishoudens laten zich niet alleen leiden door eigen voorkeuren, maar ook door diverse fiscale prikkels en andere vormen van overheidsingrijpen. Idealiter zou dat overheidsingrijpen geformuleerd moeten zijn vanuit een integrale visie op het spaar- en leengedrag van huishoudens. “Immers, beslissingen over de verschillende vermogenscomponenten – de eigen woning, het pensioen en vrije besparingen – worden in samenhang genomen.”

Uit de studie blijkt dat die integrale aanpak een stuk beter kan. In feite schaart DNB zich in de groeiende rij van voorstanders van een fundamentele herziening van het belastingstelsel.

In de verkenning wordt ingegaan op de oorzaken van de relatief hoge hypotheekschulden. Een belangrijke factor vormt de fiscale hypotheekrenteaftrek, waarbij financiële producten als beleggings-, spaar- en aflossingvrije hypotheken eraan hebben bijgedragen om die renteaftrek volledig te benutten. Daarnaast heeft ook de regulering van de huursector het huizenbezit en daaraan gerelateerde hypotheekschulden gestimuleerd.

Weinig vrij besteedbaar vermogen

Een belangrijke constatering is dat het huizenvermogen en de hypotheekschuld scheef over huishoudens verdeeld zijn. Weliswaar was in 2012 het totale huizenvermogen met ruim 200% bbp een stuk hoger dan de hypotheekschuld (109% bbp), op individueel niveau hebben sommige huishoudens een forse overwaarde op hun woning en andere juist een forse onderwaarde. Toch kan in zijn algemeenheid gesteld worden dat het vermogen van de Nederlandse huishoudens relatief hoog is. Alleen is dat vermogen illiquide. Die zit in de eigen woning en vooral in het collectieve pensioenvermogen. Eveneens een resultante van fiscaliteit en overheidsbeleid. Dat leidt ertoe dat het liquide (vrij beschikbare) vermogen van de huishoudens beperkt is vergeleken bij landen als Oostenrijk, België en Duitsland.

Dat feit wordt nog versterkt door nieuw overheidsbeleid, zoals het faciliteren van extra aflossingen op de woningschuld. Dat betreft extra bedragen die niet voor consumptie kunnen worden aangewend.

Onnodig veel sparen

Daarnaast sparen sommige huishoudens onnodig veel. veel van de huidige werkenden worden geprikkeld tot hoge oudedagbesparingen. Terwijl zij ook het nodige vermogen opbouwen in de eigen woning. Dat geldt met name voor de huidige starters op de woningmarkt, die geprikkeld worden hun woning geheel af te lossen. Terwijl de bestedingen voor de meeste gepensioneerden in de praktijk een stuk lager blijken uit te komen dan voor werkenden, aangezien uitgaven aan zaken als transport, recreatie en woonlasten – in het geval van een afbetaalde hypotheek – fors dalen Veel huishoudens hebben ook onverwachts vermogen opgebouwd, met name in de eigen woning.

Macro- en financieel-economische onevenwichtigheden

Alhoewel huishoudens in theorie de impact van een vermogensschok, zoals een daling van de huizenprijzen, over de rest van hun leven kunnen spreiden, gaat een dergelijke schok in de praktijk vaak gepaard met aanzienlijke macro-economische effecten. In de huidige context geven vooral de onderwaterproblemen aanleiding tot extra besparingen voor balansherstel, die de consumptie onder druk zetten en daarmee de economische cyclus versterken.

De onderwaterproblemen belemmeren tevens de doorstroom op de woningmarkt, en als gevolg daarvan mogelijk ook de mobiliteit op de arbeidsmarkt.

Ook de vormgeving van het Nederlandse pensioensysteem draagt bij aan schommelingen in de economie. Veel fondsen hebben in de afgelopen jaren daarom hun premies verhoogd. Dit is ten koste gegaan van het beschikbare inkomen van huishoudens, en heeft de arbeidskosten voor werkgevers verhoogd.

Uitgangspunten voor integraal beleid

De meest effectieve manier om hypotheekschulden op de lange duur te verminderen en risico’s voor zowel banken als huishoudens te beperken is door het eigenwoningbezit helemaal fiscaal neutraal te maken. Dat maakt het immers minder aantrekkelijk om een woning te kopen met vreemd vermogen.

Waarbij DNB opmerkt dat zowel het verminderen van fiscale prikkels op hypotheekschulden als het liberaliseren van de huurmarkt – deze maatregelen meten tegelijkertijd genomen worden – een proces van een zeer lange adem is, omdat ruime transitietermijnen van belang zijn om grote inkomensschokken te vermijden.” Uiteraard kan de overheid ook de herziening van het belastingstelsel, en met name de verlaging van de marginale tarieven op arbeid, aangrijpen om deze schokken te verzachten.”

Het ingrijpen van de overheid op het gebied van aanvullend pensioen kan meer weloverwogen en minder paternalistisch. Nu worden sommige huishoudens tot hoge besparingen aangemoedigd en die prikkels kunnen voor hen worden verminderd.

Versoepeling algehele hypotheekaflossingsplicht

Huishoudens die momenteel de woningmarkt betreden worden nu zoals beschreven geprikkeld hun hypotheek volledig af te lossen, terwijl velen ook al sparen via hun pensioenfonds. Volledige aflossing is echter vanuit zowel het perspectief van huishoudens als dat van banken niet nodig. Zolang de overheid dus nog fiscale prikkels verschaft, zou zij de voorwaarde van volledige aflossing daarom beter kunnen versoepelen.

Vermindering verplichte pensioenbesparingen

Vooral voor huishoudens met hogere inkomens is het mogelijk de van overheidswege verplichte tweede pijler besparingen terug te brengen. Huishoudens met hogere inkomens zijn doorgaans beter in staat een eigen financiële planning te maken, waardoor paternalistisch ingrijpen minder nodig is.

De daarmee gecreëerde ruimte zouden zij kunnen gebruiken voor meer consumptie of voor de aanschaf van een eigen woning. Dit kan door een inkomensafhankelijke premie in te voeren, waarbij het premiepercentage afneemt met het inkomen.

Schaf doorsneesystematiek af

De huidige doorsneepremiesystematiek kan loopbaanbeslissingen verstoren en heeft onbedoelde herverdelingseffecten. Daarnaast is het met de doorsneepremie lastig om pensioengeld te kunnen inzetten voor bijvoorbeeld een aanbetaling aan de eigen woning. Afbouw van de doorsneesystematiek kan huishoudens zodoende meer maatwerk bieden.

GEEN REACTIES