Inhaalexamen wordt versoepeld tot PE-Plus-toets

Minister Dijsselbloem wil de overgangstermijn vakbekwaamheid verlengen en omwisselen diploma’s eenvoudiger maken.

In het wetgevend overleg met de commissie Financiën van de Tweede Kamer hield Dijsselbloem vast aan het PE-examen systeem. Wel wil hij nog een keer met de branche praten om waar mogelijk praktische obstakels uit de weg te ruimen. Uiterlijk op 1 november zal hij de resultaten van het overleg aan de Tweede Kamer melden.

PE-toets: alleen actualiteiten

Dijsselbloem nam een angel uit de bezwaren van de bedrijfstak weg door toe te zeggen dat de PE-toets uitsluitend zal bestaan uit vragen die betrekking hebben op de actualiteit. Er is dus geen sprake van dat adviseurs bij herhaling op oude vakbekwaamheid getoetst wordt, waardoor in feite sprake zou zijn van het opnieuw afleggen van het examen.

De vraag of de actuele ontwikkelingen rechtvaardigen om elke drie jaar een toets af te nemen kon de minister op voorhand niet beantwoorden. Hij heeft er geen bezwaar tegen om de eerste keer die termijn te verlengen tot vijf jaar.

Omwisselen diploma’s

Dijsselbloem wil het omwisselen van oude diploma’s voor nieuwe eenvoudiger maken. Tijdens het overleg kon hij dat voornemen niet concretiseren. Wel zou de uitkomst zijn dat voor de meeste modules geen inhaalexamen nodig is, maar dat volstaan kan worden met wat hij noemde een PE-Plus examen.

Ook is hij bereid de overgangsregeling vakbekwaamheid met een half jaar te verlengen tot 1 januari 2016.

Moties

In een tweetal moties wordt de minister gevraagd opnieuw met de branche te overleggen. De motie die ruimte biedt om alsnog het examenstelsel in te ruilen voor een puntensysteem heeft de minister ontraden. Het is duidelijk dat hij aan de PE-toets vasthoudt. In zijn argumentatie greep hij terug naar de CDFD-evaluatie die een zwart beeld schetste van de manier waarop het huidige PE-systeem in de praktijk wordt toegepast. Hij wil onder geen beding die weg opnieuw openen. Wel gaf hij toe dat de adviseurs hierdoor de enige beroepsgroep zal zijn waarbij de PE getoetst wordt in de vorm van een examen. Maar hij vindt die uitzonderlijke positie gerechtvaardigd, omdat de instapeisen niet zo hoog zijn als voor bijvoorbeeld artsen, accountants en notarissen. Hetgeen bij de VVD de opmerking ontlokte dat “we het nu over permanente educatie hebben. Als de instapeisen te laag zijn moeten we daar iets aan doen, maar dat is een andere discussie”.

Signaal

Misschien een signaal om rekening mee te houden als de brancheverenigingen doorlobbyen voor een ander PE-systeem? De vraag is of de prijs die daarvoor betaald moet worden, namelijk het verhogen van de instapeisen, niet te hoog zal zijn.

Blijft ook dan overigens het andere argument van de minister recht overeind staan: de beroepsgroep van adviseurs is veel diffuser dan van andere ‘PE-groepen’. Niet alleen is er veel onderscheid tussen onafhankelijke adviseurs, maar het gaat hier ook om adviserende klantmedewerkers van bijvoorbeeld banken en verzekeraars.

Brancheverenigingen teleurgesteld

De samenwerkende intermediairverenigingen reageren teleurgesteld:

"De kamerleden hebben zeer goed gehoor gegeven aan de bezwaren en zorgen van de branche over het verplichte PE-examen. Het is daarentegen teleurstellend dat de minister per se wil vasthouden aan het examen, zeker gezien het feit dat hij de noodzaak daartoe niet concreet kan of wil onderbouwen. Er wordt geen bewijs geleverd dat de kennis van financieel dienstverleners tekortschiet die de keuze zou kunnen rechtvaardigen.

Het argument van de minister richt zich op feit dat het CDFD niet in staat is gebleken de kwaliteit van PE-programma’s goed te waarborgen. Hij meldt niet dat het CDFD hiervoor onvoldoende budget en onvoldoende bevoegdheden had. Het PE-systeem is nog niet volwassen en kan ook geen verdere vorm krijgen omdat er te weinig budget was binnen CDFD om het goed te kunnen controleren. Daarnaast wordt het CDFD onvoldoende in staat gesteld om snel definitieve maatregelen te nemen tegen PE-instellingen die onvoldoende kwaliteit bieden, waardoor deze te lang door kunnen gaan met ondermaatse PE-programma’s.

Nu lijkt om die reden een examen ingevoerd te moeten worden, dat nog meer kosten met zich meebrengt en die kosten voor wettelijk verplichte opleidingseisen en examinering worden volledig op de branche afgewenteld. Als de branche die kosten volledig moet dragen, investeer dan in een werkelijk goed systeem dat meer bijdraagt aan professionalisering.”

GEEN REACTIES