Bindende uitspraak Kifid niet altijd voor iedereen bindend

De vraag of de deur naar de rechter voor financiële dienstverleners soms wel open mag staan en voor klanten nooit wordt actueel door een Grondwetswijziging

Het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter wordt in de Grondwet opgenomen. Dit staat in een brief die minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan de Eerste Kamer heeft gezonden.

In de huidige Grondwet staat dit uitgangspunt niet in algemene zin en expliciet opgenomen, al is het wel uitgangspunt voor wetgeving en praktijk.

Het kabinet geeft hiermee uitvoering aan de motie die de Eerste Kamer in 2012 aannam naar aanleiding van het rapport van de Staatscommissie. Het kabinet zal een voorstel tot Grondwetswijziging voorbereiden.

Nu is het voor een verzekerde onmogelijk om na een klachtbehandeling door de Geschillencommissie Kifid naar de rechter te stappen als zijn tegenpartij van tevoren heeft aangegeven het oordeel als bindend te accepteren. Alle bij het Verbond aangesloten verzekeraars beschouwen het oordeel van de commissie als bindend. Concreet betekent dit dat een consument alleen bij Kifid terecht kan als ook hij bij voorbaat verklaart zich bij de uitspraak neer te leggen. De vraag is of hiermee het klantbelang optimaal gediend is.

Een andere vraag is of dit artikel in het reglement van Kifid gehandhaafd kan worden als de grondwetswijziging een feit is. Luidt dat antwoord ontkennend dan zou het van stijl getuigen om die wijziging niet af te wachten en nu al op die wijziging te anticiperen door de klagende klant wat meer armslag te bieden dan deze nu heeft.

40% van het intermediair is niet bereid een uitspraak op voorhand als bindend te aanvaarden. Zij zouden bang zijn zich aan Kifid uit te leveren, luidde de reactie van voorzitter Edgar du Perron in AM.

Je zou het ook kunnen omdraaien en met evenveel recht de stelling verdedigen dat zij hun relaties niet aan de Geschillencommissie willen overleveren. Hoe dit ook zij, het doet geen recht aan de motieven van de 40% van het intermediair om hun keuze op deze manier te diskwalificeren.

Een geschil aanbrengen bij Kifid kan grote voordelen meebrengen voor de klant. De procedure verloopt sneller dan bij de rechter en bovenal weet deze zich verzekerd van een oordeel van experts. De leden van de Geschillencommissie zijn zeer goed ingevoerd in de financiële wereld, doorgaans beter dan de meer generalistisch ingestelde burgerlijke rechters.

Maar dat rechtvaardigt nog niet de bestaande tweedeling dat een klant van een ‘bindend accepterende’ financiële dienstverlener een beperktere rechtsgang heeft dan een klant van een partij die zich vooraf niet zodanig heeft vastgelegd.

Overigens is de klant bij bindend advies altijd aan de uitspraak gebonden terwijl de verzekeraar in bepaalde gevallen nog wel een escape heeft. Zo heeft Nationale-Nederlanden al aangekondigd naar de rechter te stappen als de einduitspraak gelijkluidend is aan de tussenuitspraak met betrekking tot de eerste kosten van haar beleggingsverzekering.

Het Kifid-reglement is namelijk niet helemaal in balans waar het gaat om de rechten van consumenten enerzijds en financiële dienstverleners anderzijds. De consument die vooraf niet de bindendheid van de uitspraak aanvaardt kan niet met zijn klacht bij Kifid terecht. Financiële dienstverleners hoeven de uitspraak niet als bindend te aanvaarden (ook al hadden zij dat vooraf wel verklaard) als door de Geschillencommissie een bedrag wordt toegewezen dat hoger is dan € 100.000 of bij leden van Verbond en NVB hoger dan € 250.000. NN kan zelfs het hoger beroep bij Kifid overslaan en direct na de uitspraak van de Geschillencommissie naar de rechter als de uitspraak zo principieel is dat het gemoeide belang de 5 miljoen euro zal overschrijden.

Het gaat kortom te ver om de indruk te wekken dat een consument bij een ‘vooraf bindend accepterende’ financiële dienstverlener altijd beter af is. In elk geval geeft de Grondwetswijziging aan dat er geen onbalans mag bestaan tussen partijen als het gaat om het openstellen van de weg naar de rechter.

Jan Aikens

GEEN REACTIES